Hunters 240x290cm mixed media on paper 2012

Visioe­nen zijn lastig in woor­den of beelden te vat­ten, toch lat­en kun­ste­naars zich er van oud­sh­er door inspir­eren. In Uden is van het werk van vrouwelijke kun­ste­naars en vrouwelijke vision­airs een ten­toon­stelling gemaakt.

Hoe dur­ven jul­lie!’ ver­weet Gre­ta Thun­berg de wereldlei­ders in 2019 op de kli­maat­top. Hoe durf­den ze zich te ver­schuilen achter praat­jes en excus­es. Thun­berg sprak niet voor zichzelf, ze voelde zich geroepen om namens alle kinderen te prat­en, en namens de wetenschap.

Een beet­je zoals de heilige Bir­git­ta van Zwe­den 650 jaar eerder had gedaan. Zij sprak de paus en zijn kar­di­nalen die zich had­den terugtrokken in Avi­gnon aan op hun ver­ant­wo­ordelijkhe­den, en maande ze terug te keren naar Rome. Uitein­delijk was het een andere vrouwelijke heilige, Catha­ri­na van Siena, die de geestelijken wist te over­tu­igen te vertrekken.

Bir­git­ta had als kind al visioe­nen gehad, na een pel­grim­age naar San­ti­a­go de Com­postel­la en de dood van haar echtgenoot voelde ze zich geroepen om als bruid en spreek­buis van Chris­tus’ een eigen orde te sticht­en waar vrouwen en man­nen waren onderge­bracht in één kloost­er­com­plex, in twee afzon­der­lijke delen, onder lei­d­ing van een abdis – een vrouw dus. In haar Open­barin­gen liet ze meer dan zeven­hon­derd visioe­nen opteke­nen waarin Jezus en Maria haar meena­men in het geheim van hun lev­en, geluk en lijden.

Groots uit­gepakt

Over de ver­beeld­ing van de visioe­nen van vrouwen vanaf de mid­deleeuwen tot nu gaat de ten­toon­stelling Aan de rand van de Hemel, in muse­um Kro­na in Uden. Het muse­um huist sinds 1973 in het nu leegstaande deel van de abdij van de zusters Bir­git­ti­nessen, de orde van Bir­git­ta, die daar al sinds 1713 lev­en.

Van­wege het vijftig­jarige jubileum van het muse­um is groots uit­gepakt: werk van zesen­twintig heden­daagse vrouwelijke kun­ste­naars is te zien naast ver­beeldin­gen van zeven mid­deleeuwse vrouwelijke vision­airs, waaron­der uit­er­aard Bir­git­ta. Ook het boek van Thun­berg ligt er, naast prenten van de jonge Jeanne d’Arc, die als kind visioe­nen kreeg waarin aart­sen­gel Michaël en de heili­gen Mar­garetha van Anti­ochië en Catha­ri­na van Alexan­drië haar opdroe­gen mee te vechten.

Onder de heden­daagse kun­ste­naars bevin­den zich voor kun­stliefheb­bers bek­ende namen. Zo is er een film te zien van Pauline Curnier Jardin (die nu ook een solo­ten­toon­stelling heeft in het Cen­traal Muse­um in Utrecht), er zijn fraaie sculp­turen en een schilder­ij te zien van Fem­my Otten (die laatst nog een grote solo­ten­toon­stelling had in het Stedelijk Muse­um Schiedam) en hangt er een schilder­ij van Natas­ja Kens­mil, die in 2021 de Johannes Ver­meer­pri­js kreeg.

Toch is het met nadruk een ten­toon­stelling voor een breed pub­liek. Meteen bij bin­nenkomst staat er een hoge hal­fronde tent. De buitenkant is beschilderd met bloemvormige patro­nen en sil­hou­et­ten van vrouwen­lichamen, bovenop glimt een gouden bal. De bin­nenkant is ver­sierd met donkere krullen, en er ligt een pop van een vrouwen­lichaam op een rond kussen. Met draden zit ze vast aan het bin­nen­ste van de tent.

De tent verte­gen­wo­ordigt een mensgrote oer­moed­er, de vrouw op de steen een ster­vende ik-figu­ur. Het werk is gemaakt door Emma Tal­bot, een Engelse kun­ste­naar die wat ze doet in haar kun­st omschri­jft als het ontsluiten van poorten naar andere werelden’.
De vrouwen­fig­uren zijn ver­beeldin­gen van Tal­bot zelf. Ze tekent zichzelf zon­der gezicht, omdat je je eigen gezicht niet ervaart’ zon­der spiegel. Boven­di­en wil ze dat de toeschouw­er zich ook in de fig­uren kan herken­nen. Dat ze in 2006 weduwe werd, heeft naar eigen zeggen haar werk sterk beïn­vloed: het mak­en van kun­st voelde als een manier om na te denken over wat ze voelde. Of het goede kun­st’ was, deed er voor haar min­der toe. Sinds een paar jaar reist haar werk de hele wereld over – met de kwaliteit zit het vol­gens de kunst­wereld dus wel goed.

De keus voor alleen vrouwelijke kun­ste­naars, ook bij de heden­daagse, zou wat geforceerd kun­nen overkomen. In het toelicht­ings­boek­je leggen de vier cura­toren uit dat ze in lijn met het werk van Bir­git­ta zocht­en naar kun­st waarin ervar­ing, emotie en per­soon­lijke betrokken­heid op de voor­grond tre­den’. En dat man­nen zich meestal meer open­stelden voor visioe­nen van apoc­a­lyp­tis­che aard’ – denk aan de heilige Hiërony­mus, die in een visioen het Laat­ste Oordeel voorzag.

Bezwi­jming van Maria
Wat vast ook meespeelde is dat er voor vrouwen lang geen ruimte was om ambities of ideeën te hebben. Ook in de kun­st speelde dit nog tot ver in de twintig­ste eeuw een rol. Man­nen, zo vond men, had­den inspi­ratie, vrouwen wer­den geacht bloem­stillevens of portret­ten te schilderen. Zon­der het waarhei­ds­ge­halte van de visioe­nen te betwi­jfe­len, is een visioen dus óók te zien als een bij­zon­dere vorm van inspi​ratie​.De namen en peri­odes buite­len soms over elka­ar, vooral in de grote bene­den­za­al, toch is er ook genoeg ruimte voor rust. In de kleine ruimtes van de Abdi­jvleugel met de krak­ende vlo­er­planken komen de kunst­werken goed tot hun recht. Een van de ruimtes is gevuld met beelden en schilder­i­jen uit de eigen muse­um­col­lec­tie. Zo is er een inge­to­gen beeld uit ongeveer 1500 van de Bezwi­jming van Maria, net na het moment nadat Chris­tus was gestor​ven​.In een visioen had Maria deze gebeurte­nis aan Bir­git­ta omschreven. Zo schri­jft ze in de Open­barin­gen: Mijn han­den wer­den sti­jf, een donkere waas trok voor mijn ogen en het bloed trok weg uit mijn gezicht. Ik kon horen noch spreken.’ Op het houten beeld zien we Maria ineen­za­kken, alsof al het lev­en ook even uit haar was verdwenen.

Stip­pel­li­jn­t­jes
Een bij­zon­dere rol vervult het kunst­werk van Doina Kraal en Roger Cre­mers. Zij maak­ten een houten hok dat er van buiten wat een­voudig uitzi­et: kale planken met hier en daar donkere cirkels en stip­pel­li­jn­t­jes naar uit het hout gek­erfde ogen rond de knoesten in het hout. Er zit een deur in het hok, en een­maal bin­nen is de Per­pet­u­al Night oftewel eeuwige nacht betoverend.Dankzij een­voudi­ge gaat­jes in de planken en gek­leurde plan­eten’ waan je je even op een andere pla­neet. Het ontwerp baseer­den Kraal en Cre­mers op zeven­tiende-eeuwse kijk­dozen. Ster­ren, nevels en mete­ori­eten wer­den in de oud­heid gezien als mystieke of religieuze fenome­nen. Dat zo’n effect hier kun­st­matig is nage­bouwd met planken en gebo­orde licht­gaat­jes maakt de ervar­ing alleen maar krachtiger.‘

Aan de rand van de Hemel: Visioe­nen’ is te zien tot 1 april 2024 in muse­um Kro­na in Uden. www​.muse​umkro​na​.nl

recensie: Missen als een ronde vorm door Joke de Wolf voor Trouw

lees meer

Aan de rand van de Hemel. Visioenen

lees meer

'Aan de rand van de Hemel. Visioenen' in Museum Krona in Uden: de voorbereidingen

lees meer

Museumtijdschrift: Aan de rand van de Hemel. Visioenen

lees meer

Aan de rand van de Hemel. Visioenen - Museum Krona in Uden

lees meer

De Groene Amsterdammer: Bij verlies van een dierbare kan kunst de leegte vormgeven, door Joke de Wolf

lees meer