recensie: Missen als een ronde vorm door Joke de Wolf voor Trouw

Kort nadat haar zoontje Noah op vierjarige leeftijd overleed, begon kunstenaar Marike Hoekstra met Trauerarbeit: een serie tekeningen, foto’s en performances die ze jaarlijks maakt tijdens de zestien dagen tussen de geboortedatum en de datum van overlijden, waaruit zichtbaar wordt dat de rouw ook twintig jaar later nog aanwezig is. Soms zijn het tekeningen van een moeder met kind, soms planten of dieren, ingetogen of juist zichtbaar boos. ‘Als Sisyphus die zijn steen weer naar boven rolt, begint het werken aan rouw ook steeds weer opnieuw’, schrijft ze.
Tentoonstellingsmaker en schrijver Hanne Hagenaars maakte voor Stedelijk Museum Schiedam een tentoonstelling over kunst waarin een groot gemis zichtbaar wordt. Hagenaars schreef in 2023 Missen als een ronde vorm, een indringend boek over hetzelfde onderwerp. Hierin bespreekt ze deels de kunst die nu in Schiedam onder dezelfde titel te zien is, maar de tentoonstelling staat wel volledig op zichzelf.
Ondanks het zware thema begint de tentoonstelling in Schiedam luchtig: op een eenvoudige behangtafel staan kamerplanten. Sinds 2012 leest kunstenaar Oscar Abraham Pabón zijn planten voor. Hij begon met filosofische teksten – door het uitspreken begreep hij de complexe formuleringen vaak beter – maar inmiddels kunnen het ook berichten zijn over zijn geboorteland Venezuela of mooie gedichten. Museumbezoekers worden uitgenodigd een van de gedichten voor te lezen uit de bundel van Wislawa Szymborska, die op tafel ligt.
Je moet veel schakelen als bezoeker
Stilstaan bij de vergankelijkheid van het leven is waarschijnlijk zo oud als de mensheid. Er hangt daarom ook een Russische icoon uit ongeveer 1750 en een tekening van een boeddha. Maar Hagenaars toont verder werk van meer dan dertig vooral hedendaagse, soms nog jonge kunstenaars. Omdat er steeds hooguit een paar werken van één maker te zien zijn, moet je als bezoeker veel schakelen.
Dankzij een subtiele thematische indeling, heldere, prettige toelichting in een tekstboekje en vooral dankzij een prachtig tentoonstellingsontwerp, met tussenwanden in ingetogen kleuren met afgeronde hoeken, is het niet té veel.
Ontroerend is het wel. Neem bijvoorbeeld het werk van Doina Kraal. Zij maakte een hommage aan haar oma door niet haar kostbaarheden maar juist haar knopen, schaartjes, lapjes en frutsels elk aan een transparante draad in de ruimte te hangen. Een wolk kleine voorwerpen die juist voor haar oma veel betekenden. Het waren de schatten uit haar oma’s persoonlijke museum, zo stelt de tekst. ‘Een monument voor de onschuld, dat herinnert aan de tijd dat haar Joodse familie nog recht van leven had’.
De geur en warmte van de Molukken
Een soortgelijk ‘museum’ trof Nazif Lopulissa in 2015 aan na het overlijden van zijn Turks-Molukse grootvader. Hij bezocht het huis op het eiland Saparua op de Molukken, en voelde zich meteen thuis in de geur en warmte. De Nederlandse regering is de beloftes aan de Molukse gemeenschap nooit nagekomen, Lopulissa probeert in zijn kunst die pijn te helen. In Schiedam hangt een groot doek waarop hij een foto van het eiland Saparua liet vervagen door de stenen van de Lloydkade in Amsterdam, de kade waar zijn familie dacht een nieuw thuis te vinden.
Politiek actueel is het werk van Susanne Khalil Yusef. Haar Palestijnse grootouders vluchtten ooit uit Jaffa, haar ouders werden geboren in tentenkampen in Libanon. Ze vluchtten naar Duitsland, en via omzwervingen kon Yusef op haar vijfentwintigste met een Nederlands paspoort in Arnhem naar de kunstacademie. Maar haar Palestijnse achtergrond bleef belangrijk. Na een bezoek aan Ramallah besloot ze voor de serie Yusef Boys dertig jonge Palestijnse jongens te portretteren die los van elkaar vermoord werden door het Israëlische leger, in een periode van acht weken in 2019.
Op basis van hun portretfoto’s maakte ze vazen en later ook op de grond liggende beelden. Ook het portret van haar inmiddels overleden vader, die als veertienjarige kindsoldaat in gevangenschap een jaar onder de grond had doorgebracht, verwerkte ze in de serie. De naam Yusef Boys is een verbastering van de naam Joseph Beuys, de Duitse kunstenaar die met een roos in een vaasje door het land reisde om met mensen te praten over hun problemen. Yusef doet hetzelfde met haar Café Disorient, waarbij ze mensen ontvangt met verse Arabische koffie en gesprekken.
Soms vertederend, soms hartverscheurend, soms zelfs grappig
De in Turkije geboren Aysen Kaptanoglu schilderde het overlijden van haar vader in een kleurrijk tweeluik: links de treurende familie aan zijn sterfbed, rechts vliegen vogels naar andere oorden.
De kunst in de tentoonstelling is aangrijpend – soms vertederend, soms hartverscheurend, soms zelfs grappig. Ondanks veelzijdigheid aan invalshoeken en perspectieven blijkt het gemis en de rouw een alomtegenwoordige verbinder.
Prachtig is het daarom dat kunstenaar Efrat Zehavi, die zelf ook haar portie verlies al wel heeft gehad, nu niet alleen haar eigen beelden toont, maar speciaal voor deze tentoonstelling ook nieuwe beelden maakte naar aanleiding van de verhalen van Schiedammers. Kleine altaartjes voor het gemis van de familie in Iran, een zorgeloos leven, of een puppy die de eigenaresse moest laten inslapen omdat het diertje ongeneeslijk ziek was. Stuk voor stuk kunstwerken die vorm geven aan een leegte die anders onzichtbaar blijft.
Oordeel: ★★★★★
‘Missen als een ronde vorm – de kunst van het doorleven’, is tot 1 maart 2026 te zien in Stedelijk Museum Schiedam