**** Other.Worldy

Een zingende sloopmachine, zwemmen met een krokodil, de expositie Other.Worldy neemt een diepe duik in de wonderbaarlijke onderwaterkunst.
Anna van Leeuwen25 juni 202o

Zwemmen met een krokodil: de expositie Other.Worldy neemt een diepe duik in de wonderbaarlijke onderwaterkunst.

Waar kijk ik naar? Waar kijk ik naar? Die vraag gons­de door mijn hoofd, toen ik ooit voor het eerst de filmin­stal­latie (Un)common inti­ma­cy van Jes­si­ca Segall bekeek in een Ams­ter­damse galerie. Een vrouw in bad­pak, rode pumps, rode nagels, die onder water knuffelt met een krokodil en een tijger. Waar kijk ik naar? Is dit echt? Maar hoe dan?


In het Fries Muse­um keek ik opnieuw naar die ein­de­loos fascinerende films van Segall in de ten­toon­stelling Other.Worldly, vol kun­st over de wereld onder water. Inmid­dels dacht ik te weten wat ik zag. In de galerie had ik uit de zaal­tekst begrepen dat de kun­ste­naar was opgeleid om met wilde dieren te zwem­men. Gave super­pow­er leek me dat. In het Fries Muse­um begreep ik dat niet alleen Segall is getraind, maar vooral de dieren. Ze lev­en in een Amerikaans privé­natu­ur­reser­vaat en wor­den gebruikt’ in films.

Ineens is de zin­nelijke over­gave die ik bij de krokodil dacht te zien geen over­gave meer maar angst. Het dier moet onder dwang hebben geleerd niet toe te hap­pen. En zelfs in die weten­schap bli­jven de beelden intiem. Door het vertrouwen, de ver­trag­ing, het gedempte onder­wa­tergelu­id. Het vreemde beeld van zo’n koude krokodil­len­klauw in twee warme mensen­han­den, dat laat me niet meer los. Dit is een droomw­ereld, een fan­tasiew­ereld, onwerke­lijk gevaar­lijk maar vooral: raar. Waar kijk ik naar?

Die vraag spookt op de mooie ten­toon­stelling vaak door mijn hoofd. Samen­steller Hanne Hage­naars, vorig jaar aange­tre­den als con­ser­va­tor mod­erne en heden­daagse kun­st in het Fries Muse­um, heeft in Leeuwar­den kunst­werken uit de hele wereld verza­meld die zich niet vlug lat­en lezen, maar die wel meteen ver­lei­den. Waar je even bij moet stil­staan, om je bijvoor­beeld af te vra­gen: zie ik nu een zeeanemoon, een vul­va of een Venus in die tekenin­gen van Kinke Kooi? Kijk ik naar sla­groom of schelp­jes in de toe­f­jes-kunst­werken’ van Rob­bert Weide?

Die aan­ge­name ver­war­ring is welkom bij het onder­w­erp dat de heden­daagse kun­st al een poos door­drenkt: water. Grote inter­na­tionale ten­toon­stellin­gen zoals de laat­ste Biën­nale van Venetië waren vol van water als plek van ecol­o­gis­che en human­i­taire ram­p­en. Soms lei­d­de dat tot sim­pele clichés (denk: een maatschap­pijkri­tis­che sculp­tu­ur van bubbelt­je­s­plas­tic) of zelfs vluchtelin­genkitsch (denk: een glin­sterende sculp­tu­ur van red­dings­dekens).

Niets van die clichés nu in Leeuwar­den. Toch is het kun­st die diep met de wereld van nu meevoelt, soms een aan­klacht is. Neem de won­der­baar­lijke film van Broomberg & Cha­narin The bureau­cra­cy of angels uit 2017. Hoofd­per­soon is een angstaan­ja­gende maar ook meel­i­jwekkende Sicil­i­aanse sloop­ma­chine die vluchtelin­gen­boten met haar machtige met­al­en kak­en moet ver­malen, maar eerst een bal­lade zingt over de hel’ waarin ze is terecht­gekomen.

Veel van de kunst­werken zijn gemaakt uit fas­ci­natie voor wat zich onder het opper­vlak afspeelt, de schoonheid en de pijn van wat ver­bor­gen bli­jft. Schoonheid bijvoor­beeld in de onderwaterfoto’s van Elspeth Dieder­ix, pijn in de grote instal­laties Osedax (2010) van Ellen Gal­lagher en Edgar Clei­jne. Zij maak­ten een grote video-instal­latie die je moet betre­den alsof je in de buik van een abstracte walvis stapt.

Osedax bestaat uit muziek en getek­ende ani­matiefilms over wat diep in zee is ver­bor­gen, zoals de geschiede­nis van Afrika­nen die stier­ven bij de ram­pza­lige over­tocht­en tij­dens de slaven­han­del. Mensen die wer­den ver­han­deld, mis­han­deld en ver­mo­ord met de zee als getu­ige, die alles toedekt met haar weer­spiege­lende opper­vlak. Waar kijken we naar als we naar de zee kijken? Deze ten­toon­stelling pre­sen­teert eigen­lijk geen andere wereld’, zoals de titel Other.Worldly sug­gereert, maar een andere manier van kijken.

EAN PAINLEVÉ

Ook in de ten­toon­stelling: twee korte films van Jean Painlevé (19021989), een Franse fotograaf en filmer die in de ban was van onder­wa­ter­beesten én van het sur­re­al­isme. Een com­bi­natie die eigen­lijk niet zo vreemd is, want wat is er sur­re­al­is­tis­ch­er dan een zeep­aard­je of een octo­pus? In zijn films com­bi­neerde Painlevé weten­schap­pelijke obser­vaties – als bioloog wist hij waar hij naar keek – met esthetis­che effecten en muziek. Hij maak­te zo’n twee­hon­derd films, maar werd daarmee nooit zo bek­end als zijn tijdgenoot Jacques-Yves Cousteau (19101997). Op YouTube zijn veel frag­menten uit zijn oeu­vre terug te vin­den, waaron­der een fascinerende boven­wa­terop­name waarin Painlevé met behulp van slow motion en terug- en vooruit­spoe­len probeert vast te leggen hoe een lopende duif pre­cies beweegt.

Ellen Gallagher, Bird in Hand, 2006

BEZOEK UIT LON­DEN

Een heel bij­zon­der bruik­leen in de ten­toon­stelling is de reusachtige teken­ing Bird in hand (2006) van Ellen Gal­lagher uit de col­lec­tie van het Tate Mod­ern in Lon­den. Het werk laat een figu­ur zien die is gebaseerd op de wraak­lustige kapitein Ahab uit Moby Dick. Dit kunst­werk is gevoelig voor licht en is daarom tot en met 12 okto­ber te zien.

lees meer +
lijn

**** Schelpen en slakkenhuizen als duizelingwekkend mozaïek.

Op ‘Other.Worldly’ in het Fries Museum proberen twintig hedendaagse kunstenaars het mysterie van de zee te doorgronden.
Lucette ter Borg, NRC Handelsblad, 26 augustus 2020

Ze her­ber­gen witte walvis­sen – miss­chien. Water­vallen – zek­er. Hoogge­bergten – ook. Heel veel onbek­ende dier­soorten – natu­urlijk – en een onnoemelijk aan­tal ver­dronken zie­len. Ocea­nen, machtige riv­ieren en zeeën zijn al sinds mensen­heuge­nis een bron van lev­en, dood en fan­tasie. It’s not down on any map”, schreef Her­man Melville in Moby-Dick; or the Whale, True places nev­er are.”
Het zou het mot­to kun­nen zijn van de aansprek­ende,
maar inhoudelijk wat magere groep­sten­toon­stelling Other.Worldly die in het Fries Muse­um in Leeuwar­den te zien is. Want alle twintig heden­daagse kun­ste­naars die cura­tor Hanne Hage­naars uitn­odigde, proberen in hun werk het mys­terie van de zee te door­gron­den of op z’n minst aan te rak­en, in de weten­schap dat ze het echte raad­sel nooit zullen oplossen.

Daarom gebeurt het aan­rak­en als ter­loops, zoals Fem­my Otten doet in een serie van vier zeeschilderin­gen waarin ze de huid van het zoute waterop­per­vlak afwis­se­lend laat lijken op de schubben van een onbek­end dier, een sprook­jestapi­jt of op de lucht boven het water (Eyes on the Hori­zon, 2016). Voor Kinke Kooi is de zee een gedachte­noe­fen­ing die lei­dt tot abstracte tekenin­gen met fig­u­ratieve ele­menten. Knalk­leurige wulpse vor­men doen denken aan mos­se­len, par­el­s­no­eren, exor­bi­tante vrouwelijke ges­lacht­sor­ga­nen en voiles van wier. Ook Paul Beumer ver­beeldt vooral een per­soon­lijke mytholo­gie wan­neer hij op zoek gaat naar zoi­ets fragiels als zee­glas’. Beumer beschilderde met Search­ing for Sea­glass (2020) de vlo­er van een muse­umza­al met Oost-Indis­che inkt en graveerde daar vor­men en fig­uren in. Onder­wa­t­er­anemo­nen, schelpvor­men, slakken­huizen en miss­chien ook glas vormt onder je voeten een duizel­ing­wekkend, ogen­schi­jn­lijk vloeibaar mozaïek.

Postapoc­a­lyp­tis­che tsuna­mi
Naast dit soort tover­achtige werken is er ook ruimte voor het proza­ïsche, ondubbelzin­nige en hard­vochtige. Meteen aan het begin knalt een film van het Zuid-Afrikaanse/Britse kun­ste­naars­duo Broomberg & Cha­narin de kijk­er tege­moet: in een gedig­i­taliseerde ani­matie gri­jpen en ver­bri­jze­len de kak­en van een Sicil­i­aanse gri­jp­ma­chine de wrakke boot­jes waarmee Afrikaanse vluchtelin­gen proberen Europa te bereiken.


De Kore­aanse Mire Lee maakt met sli­jmerig glanzende glyc­er­ine, staal, een motor en sil­i­co­nen slan­gen een postapoc­a­lyp­tis­che tsuna­mi zicht­baar die giftig is en ver­stikkend (Andrea, Ophe­lia, and the End­less House, 2018).


Het hoogtepunt van de ten­toon­stelling – en kan­di­daat om te wor­den aangekocht door het muse­um – is het mon­u­men­tale werk Osedax (2010), van het Amerikaans/​Nederlandse duo Ellen Gal­lagher en Edgar Klei­jne. Voor de 16mm-pro­jec­tie die gaat over het fenomeen walvis­val’ en ver­noemd is naar de borstel­worm die huist in naar de bodem van de oceaan gezonken walvis­lijken, is een com­plete donkere kamer gebouwd. Op de wan­den daar­van wor­den beelden gepro­jecteerd die kort na elka­ar oplicht­en. Een borstel­worm komt niet in beeld, een walvis even­min, de bodem van de oceaan is pik­donker. Dat maakt dat wat Osedax toont, ook van­wege de repeti­tieve muziekscore, alles kan zijn: lev­en, dood, zee, land, geschiede­nis en toekomst, alles hand in hand, niets gaat ooit verloren.

lees meer +
lijn

Onder water: wonderlijke schoonheid én duistere dreiging

Onder water: wonderlijke schoonheid én duistere dreiging
Susan Nortier, F.D. 10 oktober 2020
Ellen Gallagher, Bird in Hand

De eerste keer dat ik als kind in zee ging zwem­men weet ik nog goed. De opwind­ing die ik voelde toen de eerste gol­ven over mijn voeten rold­en, steeds een stap­je verder het water in, het moment dat mijn bad­pak nat werd, tot­dat ik uitein­delijk kop­je onder ging. Heer­lijk en span­nend vond ik het. Tot het moment dat ik de zee­bo­dem niet meer kon voe­len. Ineens greep paniek me naar de strot, het gevoel geen con­t­role meer te hebben en gedacht­en aan enge onder­wa­ter­mon­sters die ik niet kon zien en me zouden gri­jpen deden me zo snel mogelijk weer richt­ing kust zwem­men. Ook lat­er nog, toen ik als vol­wassen vrouw de zee in zwom tot­dat ik de bodem niet meer voelde, kon mijn toen­ma­lige vriend me gek kri­j­gen door ineens haai!’ te roepen. Plot­sel­ing kon ik dan niet meer geni­eten en wilde ik zo gauw mogelijk weer voet aan land zetten.

Zee­go­den en ‑demo­nen
Veel mensen zullen zich hun eerste keer aan zee nog herin­neren. Niet ver­won­der­lijk, geen enkel natu­urele­ment heeft de mens ooit meer geïn­trigeerd dan water. Zeeën en ocea­nen vor­men een ein­de­loze bron van mys­terie en inspi­ratie, maar tegelijk­er­ti­jd ook dreig­ing. Wie op Wikipedia zoekt kan wel veer­tig ver­schil­lende cul­turen vin­den die ieder hun eigen mytholo­gie met bijbe­horende zee­go­den- én demo­nen erop nahouden. De Griekse zee­god Posei­don is wellicht de meest bek­ende zee­god. Deze bescher­mer van zeel­ieden kon met zijn dri­etand zor­gen voor een behouden zeereis, maar kon even­goed straf­fen met verni­eti­gende stor­men en onweer als hem iets niet zinde. Naast mythis­che zee­go­den bestaan er ook zeemon­sters. Leviathan is een zeemon­ster uit de oer­ti­jd dat bek­end stond als kon­ing van de vis­sen en meestal wordt afge­beeld als een kro­nke­lende slang. Weer even terug naar de Griekse mytholo­gie: wie kent de Sire­nen niet, half-godin­nen met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw, die zeel­ieden zo wis­ten te ver­lei­d­den met hun gezang dat die hun gezond ver­stand ver­loren en te plet­ter sloe­gen tegen de rot­sen? Ook de lit­er­atu­ur bracht zeemon­sters die iconisch wer­den: iedereen heeft wel eens geho­ord van Moby Dick, de ongri­jp­bare witte walvis die het licht zag in de gelijk­namige roman van Her­man Melville uit 1851. Sinds de twintig­ste eeuw laat de (animatie)filmindustrie zich graag inspir­eren door de onder­wa­ter­w­ereld: Jaws was een regel­rechte hit die – niet alleen bij mij dus – voor een wereld­wi­jde haaien­fo­bie zorgde, en het wemelt van de teken­films over onder­wa­ter­wezens: de Snorkels uit de jaren tachtig, daar­na Dis­n­ey­cre­aties als De Kleine Zeemeer­min of Find­ing Nemo, en Sponge­bob Squarepants van nog lat­er datum.

Bij veel van bovenge­noemde (mythis­che) water­fig­uren is sprake van een bepaalde dualiteit: enerz­i­jds verte­gen­wo­ordi­gen ze ver­lei­d­ing, mys­terie en schoonheid, maar tegelijk­er­ti­jd ook dreig­ing, duis­ter­n­is en verni­etig­ing. Pre­cies dat dubbele karak­ter heeft de onder­wa­ter­w­ereld, het hoof­don­der­w­erp van de ten­toon­stelling Other.Worldly in het Fries Muse­um. Kun­ste­naar Paul Beumer maak­te met behulp van oost-indis­che inkt, plas­tic en vis­net­ten een teken­ing op de gehele vlo­er van de eerste zaal van de exposi­tie. Met blote voeten en opge­stroopte broek­spi­jpen tek­ende’ hij zijn kunst­werk Search­ing for Sea Glass’, vertelt con­ser­va­tor Hanne Hage­naars die de ten­toon­stelling samen­stelde. Zo creëerde hij won­der­lijke vor­men: afdrukken van vis­net­ten, vor­men die soms op zeewezens lijken en dan weer aan Chi­nese tekenin­gen doen denken, alles loopt in elka­ar over. Het resul­taat her­bergt zow­el schoonheid als duis­ter­n­is. Op de witte muren ron­dom zijn gri­jze spet­ters te zien. Die wilden we eerst weghalen, maar toch besloten we om ze te lat­en zit­ten’ aldus Hage­naars. Wat past er immers beter bij de onder­wa­ter­w­ereld dan spet­ters? Beumer zelf noemt het werk fos­siel van de toekomst’ – hij stelt zich voor dat een toekom­stige arche­ol­o­gis­che opgrav­ing van plas­tic er zo uit zou kun­nen zien.

Pronkstuk en kleine par­els
Pronkstuk van de exposi­tie is het werk Bird in Hand’ (2006) van Ellen Gal­lagher, geleend van het Tate Mod­ern in Lon­den. Met kleur­rijke papier­snijkun­st is de slier­t­erige onder­wa­ter­w­ereld weergegeven, daar­naast zor­gen kristal, verf, blad­goud en zout voor het nodi­ge reliëf. In het mid­den staat een won­der­lijk figu­ur met uit­waaierende zeewier­haren en slechts één been: het moet de hoofd­per­soon uit Moby Dick voorstellen, een werk dat voor Gal­lagher een belan­grijke inspi­ratiebron vormt. Kapitein Ahab uit Moby Dick ver­loor zijn been in een con­frontatie met de witte walvis, reden waarom hij de vis woe­dend achter­na jaagt over de ocea­nen. De kapitein in Gal­laghers werk heeft een papa­gaai in zijn hand, draagt zeven­tiende-eeuwse kled­ing en is donker van huid­skleur. Geen toe­val, in die tijd was zee­man wor­den voor zwarte man­nen een mogelijkheid om te ontsnap­pen aan de slav­ernij. Gal­lagher is zelf donker en heeft Kaapver­diaanse vooroud­ers van vader­sz­i­jde, vertelt Hage­naars. Kaapverdië was des­ti­jds een belan­grijk cen­trum van slaven­han­del, veel van de slaven ver­dronken tij­dens de over­tocht naar Ameri­ka. De kun­stenares wil hen met haar werk gedenken.

Grootse werken wor­den in Other.Worldly afgewis­seld met kleine par­els: exo­tis­che schelpen die gezicht­jes kri­j­gen dankz­ij een mond met vrolijke maar scherpe par­el­mo­er­tand­jes, tov­eren een glim­lach op je gezicht. Met een beet­je fan­tasie kun je ook in deze Pearly White Brooches (2019) van Benedikt Fiss­ch­er de the­ma­tis­che dualiteit ont­dekken: schelpen zijn defen­sieve bouww­erk­jes om het beestje dat erin leeft te bescher­men, maar door de veni­jnige tand­jes van Fiss­ch­er kri­j­gen deze schelpen iets offen­siefs. Moby Dick zien we in afges­lank­te vorm terug in een walvisskelet dat onder­ste­boven hangt, met zijn kop boven een emmer op een marmeren sokkel. Kun­ste­naar Dorothy Cross wil met Whale (2011) de tegen­stelling tussen natu­ur – het skelet — en cul­tu­ur – marmer – benadrukken, de met roest bedek­te emmer staat voor de ver­ganke­lijkheid. Cross werd door haar hond naar het aange­spoelde walviskarkas geleid, dat was aange­spoeld vlak­bij haar huis aan de Ierse kust.
Het onder­wa­ter­leven barst van de mys­terieuze zeed­ieren en hun omhulsels in de meest schit­terende vor­men en kleuren, zoals bijvoor­beeld de schelpen van Fiss­ch­er. Maar onder water schuilt ook een duis­tere wereld: die van vervuil­ing, scheep­swrakken, en menselijke over­schot­ten. De slaven­over­tocht­en van Afri­ka naar Ameri­ka over­leefde 16% van de slaven niet, som­mi­gen spron­gen uit wan­hoop zelf over­bo­ord. De echo’s van deze ver­dronken zie­len wor­den door Ellen Gal­lagher ver­beeld in een serie indruk­wekkende etsen met zwarte inkt, op tegen elka­ar aangeschoven stukken papi­er.

De ver­schil­lende emoties die wij ervaren als we de zee zien, erin zwem­men of varen, herken je in de uiteen­lopende werken die Other.Worldly laat zien. Ook schri­jver Her­man Melville wist deze mooi in zijn beroemde roman te ver­w­erken. Ismael, de verteller van het ver­haal, wil het waterige deel van de wereld ont­dekken om zich beter te voe­len. Alti­jd als het in mijn ziel een dulle drui­lerige novem­ber is, (…) Acht ik het hoog tijd om zo gauw ik kan naar zee te gaan.’ Kapitein Ahab kan niet accepteren dat Moby Dick hem zijn been heeft afgenomen en wil wraak, hij weigert de macht van de natu­ur te accepteren. Toch zijn wij als mens onderdeel van de natu­ur, we staan er niet boven. Die beschei­den­heid voel je in de ten­toongestelde kun­st. Maar vooral de ver­won­der­ing bli­jft hangen. En het ver­lan­gen naar een dag­je aan zee.

Benedikt Fischer
lees meer +
lijn

Wunderkammer

Mystieke onderwaterwereld in Fries Museum, oktober 2029
Arjan Reinders, Museumtijdschrift,
Broomberg & Chanarin

Other.Worldly
Het Fries Muse­um dom­pelt de zaal voor heden­daagse kun­st op de derde verdieping in 2020 onder in een lev­endi­ge, soms abstracte onder­wa­ter­w­ereld. Con­ser­va­tor Hanne Hage­naars wil met Other.Worldly bezoek­ers een kijk­je in de onder­wa­ter­w­ereld gun­nen, gezien door de ogen van twintig ver­schil­lende kun­ste­naars.
Al voor je de daad­w­erke­lijke ten­toon­stelling bin­nen­gaat, wor­den je zin­tu­igen geprikkeld met de ver­ton­ing van Angels of Bureau­cra­cy (Broomberg & Cha­narin). Een grote, Sicil­i­aanse gri­jper ver­maalt de boot­jes van duizen­den bootvluchtelin­gen. De Mid­del­landse Zee kijkt op de achter­grond stil toe. De film staat sym­bool voor de vluchtelin­gen­cri­sis in Zuid-Europa, ze sym­bol­iseert het veron­gelukken van mensen op zee.
Dan stap je de ten­toon­stelling bin­nen. Het werk van Paul Beumer op de vlo­er van de eerste zaal voelt alsof je bij nacht de zee in stapt. Een illusie van kwallen en vervuil­ing aan je voeten. Donker, met daglicht van boven. Het werkt licht vervreem­dend waar­door je gelijk beseft waar je bent: in een onder­wa­ter­w­ereld. Aan een muur hangt Alu-moule van Bram De Jonghe.


Moby Dick
Het zeemon­ster DE mens met één been is bij­zon­der. Niet alleen omdat het werk zeer kost­baar is of omdat het in bruik­leen is van Tate Mod­ern, maar ook de afmetin­gen, de diepte en de afw­erk­ing zijn ron­duit indruk­wekkend. Ellen Gal­lagher
maak­te Bird in Hand (2006) als een inspi­ratie op kapitein Ahab uit de roman Moby Dick. Tegelijk is het een ver­wi­jzing naar de tot slaaf gemaak­te Kaapver­dia­nen, die tij­dens de over­tocht naar Ameri­ka ver­dronken”.
In iedere zaal is een eigen sfeer gecreëerd, waarmee elk afzon­der­lijk werk volledig tot recht komt. De grote scher­men waar onder water gemaak­te beelden op ver­toond wor­den (Jes­si­ca Segall) geeft je het gevoel van onder water zijn. De zwart-blauwe geschilderde ruimte ver­sterkt dat gevoel. Hier hangen ook de indruk­wekkende foto’s van de echte onder­wa­ter­w­ereld van Elspeth Dieder­ix en staan sculp­turen van Matthew Ange­lo Har­ri­son.

Intrigerende golf
In de laat­ste, grote en lichte zaal springt het werk Andrea, Ophe­lia van Mire Lee direct in het oog. Als een viezige maar intrigerende golf, of miss­chien zelfs een zeemon­ster, draait een grote veer vuil, water en zeep over de opstelling. Dit werk veran­dert iedere sec­onde”, zegt Hage­naars. Ik vind het steeds mooier wor­den, het bli­jft je bezighouden.” In de zaal staan en hangen verder werken van onder meer Dorothy Cross, Philip Taaffe en Rob­bert Wei­de. De glazen alen van Charles Avery (GB, 1973) zijn lev­ensecht. Ze lijken iedere moment uit de viskraam op de markt te kro­nke­len.

Osedax
Werk dat extra aan­dacht ver­di­ent is Osedax van Edgar Clei­jne en Ellen Gal­lagher. Hage­naars vertelt dat dit werk als vertrekpunt heeft gedi­end voor Other.Worldly. Osedax is een grote, rechthoekige box waar je instapt. Bin­nen ben je onderdeel van het pro­ces van de osedax, een pas ont­dek­te wor­men­soort die van overbli­jf­se­len van zee­zoogdieren leeft. Al etend​‘grav­eren’ ze patro­nen in de bot­ten. De diert­jes staan voor Clei­jne en Gal­lagher sym­bool voor infor­matie onder water die in de loop der tijd ver­loren gaat of wordt vergeten.”

Fries Muse­um, 15 feb­ru­ari 2020 tot en met 14 feb­ru­ari 2021 — — — — — — — — — — — — — –

lees meer +
lijn

Knuffelen met een krokodil

Fries Museum verkent de onderwaterwereld
Kirsten van Santen, Leeuwarder Courant, 15 februari 2020
Jessica Segall

Hanne Hage­naars, de nieuwe con­ser­va­tor mod­erne kun­st in het Fries Muse­um, laat met de exposi­tie Other.Worldly zien wat ze in huis heeft. Ze toont niet alleen het oceanis­che gevoel’ in al zijn mooie en gruwelijke facetten, maar legt ver­rassende ver­ban­den tussen de zee en maatschap­pelijke thema’s.

En dan, op een dag, eindigt het lev­en van de walvis. Wan­neer het hart van het dier voor het laatst heeft ges­la­gen, zweeft het naar de bodem van de oceaan. Maar deze whale fall’ zoals biolo­gen het noe­men, is niet het einde. Na de val van de walvis begint een nieuw hoofd­stuk. Een onderzees ban­ket vangt aan. Het walviskarkas ont­popt zich als een microsamen­lev­ing voor vis­sen, algen, ink­tvis­sen en, zo ont­dek­ten weten­schap­pers onlangs, voor de osedax, ofwel: voor de borstel­wor­men. Wan­neer al het vlees is weg gegeten, is het aan de borstel­wor­men om zich een weg door de bot­ten van de walvis te banen. Het zijn pre­cies die kro­nke­lige vor­men die het kun­ste­naars­duo Edgar Clei­jne en Ellen Gal­lagher als taal opvat­ten; als een diepzeeschrift waarin de ver­halen van de dren­kelin­gen wor­den verteld.

Het meester­stuk op Other.Worldly, de eerste ten­toon­stelling in het Fries Muse­um van de nieuwe con­ser­va­tor mod­erne en heden­daagse kun­st Hanne Hage­naars, is gebaseerd op de walvis­val en de borstel­worm. Osedax vertelt een gelaagd ver­haal over ecolo­gie en trans­for­matie. Clei­jne en Gal­lagher bouw­den een grote, bew­erk­te box waarin je ken­nis kunt mak­en met de ver­halen van de borstel­wor­men. Even bukken en je bent al bin­nen, in een diepzeew­ereld vol uit­waaierende vor­men en raad­selachtige zeed­ieren, te gast in een wereld waar­van je de regels nauwelijks kent. Het werk is een voorgenomen aankoop’, het Fries Muse­um is van plan om het aan te schaf­fen. Hage­naars: Gal­lager is een van mijn lievel­ingskun­ste­naars. In al haar werk speelt water een belan­grijke rol, ze beschouwt het als een per­son­age.’’ Het past daarom zo goed bin­nen de col­lec­tie van het Fries Muse­um. Immers: Water en taal vor­men belan­grijke bestand­de­len van de Friese iden­titeit.’’

Veelz­i­jdi­ger
Maar het werk Osedax is veelz­i­jdi­ger. Het ver­wi­jst naar Black Atlantis, een mythisch rijk waar de over­bo­ord gespron­gen of gegooide zwan­gere slavin­nen die onder­weg waren van Afri­ka naar Ameri­ka voortleven. Vol­gens een Afrikaanse mythe kre­gen de vrouwen hun kinderen onder water en leef­den ze voort in Drex­ciya, ofwel Black Atlantis. Hage­naars: De geschiede­nis gaat meestal over helden. De ver­halen van de tot slaaf gemaak­ten zijn verd­we­nen. Maar de borstel­wor­men vertellen ons over Black Atlantis.’’ Ook in een ander adem­ben­e­mend werk van Gal­lagher – Bird in hand , een bruik­leen van het Tate Mod­ern in Lon­den – komt de mythe terug, dit­maal in de figu­ur van een Kapitein Ahab-achtig figu­ur, met een gigan­tisch Afrokapsel waaruit kwallen lijken te zwem­men.

Het zijn dit soort ver­rassende dwarsver­ban­den die Hage­naars voort­durend weet te leggen. De zee is niet alleen iets moois, het is ook iets gruwelijks. De zee kent een schep­pende en een destruc­tieve kracht, net als de mens, trouwens. Imponerend zijn de twee zwemvideo’s van Jes­si­ca Segall, een Amerikaanse kun­stenares. Zij bezocht een wildlife park waar dieren getraind wor­den om in films te fig­ur­eren en ging te water met een tijger en met een krokodil. Dat lev­ert krankzin­nige beelden op van valse teder­heid tussen mens en dier. Segall kreeg een poot­je van de tijger en knuffelde met een krokodil. Je ziet hier de totaal ontspo­orde ver­houd­ing tussen mens en natu­ur.’’

Vrouwelijk uni­ver­sum vol wulpse vor­men
Span­nend is ook het werk van de in Leeuwar­den geboren beeldend kun­ste­naar Kinke Kooi van wie een eigen­ti­jdse inter­pre­tatie van de vijf­tiende-eeuwse De geboorte van Venus van Bot­ti­cel­li is te zien. Dit keer geen man­nelijke fan­tasie, maar een vrouwelijk uni­ver­sum vol wulpse vor­men die een super-ero­tis­che, voe­dende, vrouwelijke kracht uit­stralen. Wie goed kijkt, ziet een klein interieur in een vouw ver­stopt en een strip anti­con­cep­tiepillen. Hage­naars haalt een Afrikaanse uit­drukking aan waaraan de kun­stenares vol­gens haar grote waarde hecht: Al het goede komt van onderen.’’

De oceaan fungeert in Other.Worldly als een kluis waarin ver­halen wor­den bewaard. Er verd­wi­jnt veel in, maar er komt haast niets naar buiten. Zoals de ver­halen van de bootvluchtelin­gen die in kleine boot­jes van Noord-Afri­ka naar Europa proberen te varen en van wie er tij­dens die gevaar­lijke over­tocht veel ver­drinken. Het waterop­per­vlak heeft zich al lang weer boven de hoof­den van de ongelukki­gen ges­loten, maar dan is er gelukkig alti­jd nog de kun­st. Het duo Broomberg & Cha­narin meet het lot van de vluchtelin­gen breed uit in een aan­gri­jpende video, hele­maal aan het begin van de ten­toon­stelling. De oceaan dekt toe, de kun­st ontsluit.

Other.Worldly : van 15 feb­ru­ari 2020 t/​m 3 jan­u­ari 2021 in het Fries Museum.

lees meer +
lijn

Onderzeewerelden van voor en na de klimaatcrisis - 'Other.Worldly'- # On Hold 9

08.05.2020 | FEATURE — Anna-Rosja Haveman
Anna-Rosja Haveman, Metropolis M, 08.05.2020

Welke posi­tie nemen kun­ste­naars in ten opzichte van het achteruit­gaan van de bio­di­ver­siteit en de door de mens veroorza­ak­te kli­maatveran­der­ing? Anna-Ros­ja Have­man sprak onder anderen met Hanne Hage­naars over Other.Worldly, een aan de diepzee gewi­jde ten­toon­stelling voor het Fries Muse­um die vanaf 1 juni weer te bezoeken is.

De oceaan is een van de onder­w­er­pen waar kun­ste­naars in het kad­er van de kli­maat­cri­sis hun pijlen op richt­en. Het is enerz­i­jds een lastig te omvat­ten fenomeen, anderz­i­jds wordt er veel weten­schap­pelijke onder­zoek naar gedaan wat weer veel ken­nis oplev­ert die con­creet te gebruiken valt. Zo weten we dat de zeespiegel wereld­wi­jd sinds 1900 met gemid­deld twintig cen­time­ter is gestegen.1 Neem daar­bij de afster­vende koraal­rif­f­en, oceaan­verzur­ing, microplas­tic, plas­ti­cei­lan­den, olielekk­ages, over­be­viss­ing, uit­ster­vende dier­soorten, instor­tende ecosys­te­men, aftake­lende boor­plat­for­men en de aan­leg van wind­molen­parken, en je begri­jpt direct waarom dit een fascinerend, zo niet ver­lam­mend groot en beangsti­gend onder­w­erp is.

Een voor­beeld van een groep kun­ste­naars en anderen die zich daar in Ned­er­land mee bezighouden is de Ambas­sade van de Noordzee, die in 2018 werd opgericht door onder andere Anne van Leeuwen, Thi­js Mid­del­dorp en Har­po t Hart. Vanu­it het gedachte­goed van Bruno Latour en diens Par­lia­ment of Things, proberen zij een nieuwe poli­tiek te ontwikke­len waarin de aarde cen­traal staat. In hun geval draait het om de Noordzee, die ze een poli­tieke stem willen geven. Offi­cieel heet het dat De Ambas­sade van de Noordzee werkt aan alter­natieve Noordzee-per­spec­tieven die rep­re­sen­tatief zijn voor onze tijd, het Antropoceen. Vanu­it een urgente betrokken­heid wor­den relaties tussen ver­schil­lende Noordzee-spel­ers – als aardgasvelden, kabel­jauwen, vis­sers en plank­ton – op een speelse, open en kri­tis­che wijze onder­zocht, ver­beeld en vertegenwoordigd.’2 Naar het mod­el van Rights of Nature wordt onder andere onder­zocht of de Noordzee een zelf­s­tandig rechtsper­soon moet wor­den. Aan kun­ste­naars is gevraagd om de niet-menselijke actoren een stem te geven, door de aan­dacht te ves­ti­gen op geur, kleur en geluid.

Los van de vraag of het über­haupt mogelijk is om buiten ons eigen menselijke inter­pre­tatie- en han­del­ingsver­mo­gen een stem aan niet-menselijke actoren te geven, ver­schuift niet per se het han­del­ingsver­mo­gen (agentschap), maar wel onze aan­dacht naar de impact van de menselijke activiteit op het ecosys­teem van de Noordzee.





Bij de zee in een kun­st­con­text denk ik vooral aan de octo­pussen in het werk van Joan Jonas of Lau­re Prou­vost. Ink­tvis­sen, de benam­ing van de groep Cephalopo­da waar­toe ook octo­pussen behoren, staan in de evo­lu­tieboom ver af van de mens. Ter­wi­jl ink­tvis­sen wor­den beschouwd als de meest intel­li­gente ongew­ervelde dieren, is het type intel­li­gen­tie moeil­ijk te vergelijken met de menselijke cog­ni­tie. De intel­li­gente aliens’ verte­gen­wo­ordi­gen een andere vorm van denken, die momenteel pop­u­lair is in de the­o­rie die ook in kun­stkrin­gen veel resoneert. Don­na Har­away gebruikt de metafoor ten­tac­u­lar think­ing (denk aan spin­nen) om een manier van denken aan te moedi­gen waar­bij het niet draait om één waarheid. Vol­gens Har­away leer je met acht ten­takels voor­bij sim­plis­tis­che opposi­ties te denken en het hap­tis­che te verbinden aan het visuele.4

In A Tale of a Tub te Rot­ter­dam wijd­den de pas aange­tre­den directeuren Julia Geer­lings en Nieko­laas Johannes Lekkerk­erk afgelopen jaar Hon­orary Ver­te­brate Club,één van hun eerste twee ten­toon­stellin­gen, aan dit onder­w­erp. In diverse werken ston­den deoc­to­pus en andere ongew­ervelde kop­poti­gen cen­traal. Een con­ceptueel breed scala aan onder­w­er­pen kwam aan bod, waaron­der de sek­su­aliteit van zeewezens (Anne Duk Hee Jor­dan), com­mu­ni­catie met buite­naardse lev­ensvor­men (Sarah Ancelle Schön­feld) en de kwallen als pro­tag­o­nist in een nieuwe werel­dorde (Sophie Mal­lett). Op het­zelfde moment als de Hon­orary Ver­te­brate Club vond een verdieping hoger de ten­toon­stellingThe Water Par­ty plaats, naar aan­lei­d­ing van een col­umn van David Bern­stein in Metrop­o­lis M Nr 1 – 2019, waarin hij pleitte voor een her­waarder­ing van de sociale, spir­ituele en filosofis­che rol van water in ons lev­en. Tegen de achter­grond van de ecol­o­gis­che cri­sis lijken water en het zeeleven een artistieke benader­ing te bieden die niet wegk­ijkt van de realiteit, maar toch genoeg ruimte biedt aan de verbeelding. 

De ten­toon­stelling Other.Worldy in het Fries Muse­um past in de hier geschet­ste inter­esse en zorg om het water in de kun­st. Maar anders dan de meer the­o­retisch georiën­teerde pro­jecten van de Ambas­sade van de Noordzee en A Tale of a Tub zoekt de samen­steller Hanne Hage­naars naar een poëtis­chere benader­ing van de onderzeew­ereld. In haar ten­toon­stelling brengt de recent aange­tre­den con­ser­va­tor mod­erne en heden­daagse kun­st een aan­tal werken van inter­na­tionale en Ned­er­landse kun­ste­naars bijeen, waarin het gevoel van oneindigheid, mys­terie en mythe cen­traal staat. Net als het waterop­per­vlak het gevoel opwekt jezelf te kun­nen ver­liezen in het staren naar de zee, roept de oneindigheid van de onderzeew­ereld een bij­na religieuze ervar­ing op. Hage­naars benadrukt dat we steeds meer weten over deze onder­wa­ter­w­ereld, maar deze toch in toen­e­mende mate ver­waar­lozen. Zij wil deze grote onder­w­er­pen benaderen vanu­it de ver­beeld­ing: Kun­st doet op een andere manier een beroep op je zin­tu­igen, wat je weer op een andere manier in con­tact brengt met de wereld. Juist omdat het con­tact met de omgev­ing ver­loren lijkt te zijn gegaan, en er zo machine­matig met de natu­ur wordt omgaan, kun­nen spir­i­tu­aliteit en mythe een belan­grijke rol spe­len. In mooie meeslepende beelden dringt de bood­schap en ook de hor­ror miss­chien beter door.’

De ver­w­erv­ing van de instal­latie Osedax (2010) van Edgar Clei­jne en Ellen Gal­lagher vor­mde aan­lei­d­ing om een ten­toon­stelling samen te stellen die de gelaagdheid van de onder­wa­ter­w­ereld omarmt. Niet alleen rep­re­sen­teert deze instal­latie de zin­derende schoonheid die de onder­wa­ter­w­ereld omvat (gek­leurde wieren, handgeschilderde diapro­jec­ties, aquatis­che portret­ten), ook serieuze the­ma­tis­che onder­w­er­pen komen erin terug (olieplat­for­men en de trans-Atlantis­che slaven­han­del). Dezelfde poëtis­che ver­beeld­ing van onder­w­er­pen blijkt ook uit Gal­laghers Bird in Hand (2006). Het schilder­ij brengt kapitein Ahab (de walvis­vaarder uit Her­man Melville’s Moby-Dick, 1851) samen met de leg­ende van Drex­ciya (het zwarte Atlantis), die zij op eigen manier vor­mgeeft: een figu­ur met een school vis­jes als kroe­shaar.

In de ten­toon­stelling staat ook een curiositeit­enk­abi­net dat dient als vier­ing van het esthetis­che spek­takel dat zich onder het waterop­per­vlak afspeelt. Ver­lei­delijke kleuren hoeven niet per se depoli­tis­erend te werken, zo bewi­jst Kinke Kooi die in haar pastelk­leurige, sier­lijke tekenin­gen de geves­tigde smaak ter dis­cussie stelt. Haar tekenin­gen doen denken aan die van Ernst Haeck­el, de zoöloog die de term ecolo­gie bedacht. Zijn tekenin­gen zijn ken­merk­end voor de wis­sel­w­erk­ing tussen kun­st en weten­schap (micro­scopis­che tekenin­gen waren van invloed op art nou­veau), maar kun­nen in sti­jl afgedaan wor­den als kitsch. Hage­naars’ selec­tie brengt het werk van veel vrouwelijke kun­ste­naars en kun­ste­naars van sterk uiteen­lopende cul­turele achter­gron­den bij elka­ar. Een inter­es­sante inter­sec­tie van cul­turele con­tex­ten is te zien in het werk van de Chi­nese, in Ned­er­land woonachtige, Eve­lyn Taocheng Wang. Voor de negen meter lange teken­ing Five Weath­ers (2015) deed zij inspi­ratie op in het Friese land­schap en het Wad­denge­bied. Ze speculeert over de lokale geschiedenis­sen en vervlecht Ned­er­landse oor­logsver­halen met Chi­nese mythes.

Zoveel kun­ste­naars, zoveel benaderin­gen van cura­toren van de zee. Hage­naars: Dit is mijn benader­ing van de onder­wa­ter­w­ereld en de daaraan ver­bon­den thema’s. Een ander zou het totaal anders samen­stellen.’ Kan de veelvoud aan uiteen­lopende ten­toon­stellin­gen die allen rak­en aan het achteruit­gaan van de bio­di­ver­siteit en de door de mens veroorza­ak­te kli­maat­cri­sis, ook op zichzelf wor­den opgevat als een man­i­fes­ta­tie van ten­tac­u­lar think­ing? In het kad­er van de maatschap­pelijke uitdagin­gen verte­gen­wo­ordi­gen kun­ste­naars en cura­toren elk op eigen wijze het ver­won­deren, kri­tisch nadenken en veran­deren, waar­bij ver­schil­lende benaderin­gen in elka­ar gri­jpen, over­lap­pen of elka­ar tegen­spreken. Denk­end als een octo­pus is die veelvoud geen prob­leem maar juist een aan­winst.

1 IPCC, Cli­mate Change 2013: The Phys­i­cal Sci­ence Basis. Con­tri­bu­tion of Work­ing Group I to the Fifth Assess­ment Report of the Inter­gov­ern­men­tal Pan­el on Cli­mate Change, Cam­bridge Uni­ver­si­ty Press, 2013.

2 Meer­jaren­plan Ambas­sade van de Noordzee, 2018 – 2030: Ruimte voor zee-eman­ci­patie, online ger­aad­pleegd op 8 decem­ber, www​.ambas​sade​van​de​no​ordzee​.nl/2018 – 2030-ruimte-voor-zee-eman­ci­patie/

3 Zie Bruno Latour, Waar kun­nen we landen?Politieke oriën­tatie in het Nieuwe Kli­maa­tregime, Octavo,2018. Bruno Latour, Oog in oog met Gaia. Acht lezin­gen over het Nieuwe Kli­maa­tregime, Octa­vo, 2017.

4 Don­na Haraway,Staying with the Trou­ble: Mak­ing Kin in the Chthu­lucene, Duke Uni­ver­si­ty Press, 2016.

OTHER.WORLDLY is te zien in het Fries Muse­um te Leeuwar­den t/​m 3.1.2021. Het Fries Muse­um is t/​m 1 juni 2020 ges­loten i.v.m. coro­na­maa­trege­len.


Anna-Ros­ja Have­ma­n­is kun­sthis­tori­cus en cura­tor van de Livin­gallery Groningen
lees meer +
lijn