Fries Museum, Leeuwarden
15 februari 2020 — 14 februari 2021, verlegd tot 14 maart

Al eeuwen wordt de mens tot de zee aangetrokken. Bij velen van ons roept ze een uniek gevoel van tijd­loosheid en ver­bon­den­heid op, iets wat Freud​‘het oceanis­che gevoel’ noemde. Maar hoewel ze een milde en kleur­rijke muze kan zijn, bez­it ze ook een koude onder­stroom. Haar diepte her­bergt ver­dronken vluchtelin­gen, oceaan­vervuil­ing, maar ook schoonheid en mys­terieuze wezens. Vertrekpunt van de ten­toon­stelling is het werk Osedax van de kun­ste­naars Edgar Clei­jne (Ned­er­land, 1963) en Ellen Gal­lagher (Verenigde Stat­en 1965).

In Other.Worldly proberen ruim 20 kun­ste­naars de onder­wa­ter­w­ereld te door­gron­den. Paradi­jselijk, adem­ben­e­mend, met won­der­lijke dieren en koralen. Maar ook over­weldigend, oneindig diep en vol geheimen. De kunst­werken vor­men een netwerk van relaties die reflecteren op de wereld van van­daag. Hoe ver­houdt de mens zich tot de oceaan en hoe gaan wij om met zijn kwets­bare ecosys­teem? Want nu de lang ver­bor­gen geheimen langza­am aan het licht komen, is de onder­wa­ter­w­ereld zelf in gevaar.

Cura­tor Hanne Hage­naars heeft een selec­tie werken gemaakt die deze ver­halen ver­beelden. Other.Worldly toont werken van Charles Avery, Paul Beumer, Cari­na Bran­des, Broomberg & Cha­narin, Ricar­do Brey, Edgar Clei­jne & Ellen Gal­lagher, Dorothy Cross, Elspeth Dieder­ix, Dodi Espinosa, Benedikt Fis­ch­er, Matthew Ange­lo Har­ri­son, Bram De Jonghe, Kinke Kooi, Mire Lee, Erin Jane Nel­son, Fem­my Otten, Jean Painlevé, Jes­si­ca Segall, Stu­dio Glithero, Philip Taaffe, Eve­lyn Taocheng Wang en Rob­bert Wei­de. tek­sten: met dank aan Gryt­sje Kijnstra

De ten­toon­stelling vol­gt een route : voor je de ten­toon­stelling bin­nen­gaat zie je op een immens scherm hoog in de lucht de film van het duo Broomberg & Cha­narin, The Bureau­cra­cy of Angels, 2017De kak­en van een Sicil­i­aanse gri­jper ver­malen de boot­jes waarmee tal­loze vluchtelin­gen vanu­it Noord-Afri­­ka de over­steek naar Europa waag­den. Tien­duizen­den van hen von­den daar­bij de dood. Als een tra­di­tionele Can­tas­to­ria, of​‘zin­gende verteller’, bez­ingt de gri­jper hun tragis­che lot – met als zwi­j­gend décor het water van de Mid­del­landse Zee, dat de doden toedekt als een koude deken.

In de eerste zaal heeft Paul Beumer een vlo­er gemaakt met behulp van inkt, plas­tic en vis­net­ten. In deze zaal zijn de wan­den leeg gelat­en op het werk Alu-moule van Bram De Jonghe na.

Search­ing for sea glass

Hid­den amid the rocks, the shells
under the sea­weeds, the drift­wood
sit­ting proud­ly on the sand
Clear, green, brown, or blue
smooth, cloudy, from the tum­bling
rolling in the surf
churn­ing tide
Wait­ing for my eyes, my fin­gers
falling into my buck­et, bag, pock­et
a shell, my hands, whichev­er I choose
to join oth­ers at home, trea­sures all
But it is the leisure­ly search­ing
lin­ger­ing in the wet sand
by the water’s edge
that is the great escape

Spe­ci­aal voor de ten­toon­stelling reist het werk Bird in Hand (2006) van Ellen Gal­lagher van Tate Mod­ern in Lon­den naar Fries­land. Het reusachtige werk dat een van de top­stukken van de ten­toon­stelling is, toont een per­son­age dat is geïn­spireerd op kapitein Ahab uit de roman Moby Dick. De een­be­nige hoofd­per­soon van deze grote teken­ing ver­wi­jst ook naar de tot slaaf gemaak­te Kaapver­dia­nen die tij­dens de over­tocht naar Ameri­ka ver­dronken. Van­wege de kwets­baarheid is het werk te zien tot en met 2 augus­tus 2020

Erin Jane Nel­son schreef een ver­haal over de onder­gang van de wereld, waarin ink­tvis­sen de ver­dronken mensen in hun lijf opne­men en zo versmelten tot één nieuw wezen. Ze noemt de wezens​‘Psy­chopomps’, ver­noemd naar de mythis­che wezens die de zie­len van pas overleden mensen begelei­den naar het hier­na­maals. De ver­dronken hoofd­per­soon ervaart dan de wereld vanu­it een totaal nieuw bewustz­i­jn, een met alles en iedereen en vol liefde. Het werk Di.cephalopod bestaat uit pig­ment op organ­za, katoen, spaans mos, cellofaan, zee­hulst, venkelza­ad, roos, par­els, bor­du­ur­w­erk, aluminium.

Drie foto’s van Cari­na Bran­des: Is het een kalm wiegende droomw­ereld, of toch een kolk­ende nacht­mer­rie? Bran­des laat dat in haar analoge zelf­portret­ten aan onze ver­beeld­ing over. In haar foto’s plaatst ze zichzelf in vervreem­dende schemer­w­erelden die bevolkt zijn door dieren en hybride wezens.

Tegen­over de Venus van Bot­ti­cel­li, waar een beeld­schone vrouw uit het water ver­ri­jst stelt Kinke Kooi een vrouwelijke ver­sie waarin sen­su­aliteit, oerkracht en vrucht­baarheid overheersen.

Al het goede komt van boven, zeggen we vaak. Maar in Afri­ka bestaat de uit­drukking: al het goede komt van onderen. Dat spreekt mij meer aan’, zegt Kinke Kooi. Haar voorstellin­gen spe­len zich daarom vaak af onder het opper­vlak. Tussen en rond de plooien van de wulpse vor­men is van alles ver­bor­gen: van par­els en zaadli­jsten tot pil­strips en mos­se­len.​‘Het water en de aarde lat­en alles in zich toe, ze zijn eigen­lijk heel gastvrij’, stelt Kooi. Vol­gens Kooi gaat haar werk daarom over ont­van­gen, open­heid en verbind­ing. Het zijn eigen­schap­pen die ook hard nodig zijn bij het opvan­gen van de vluchtelingenstroom.

We hebben onze spir­ituele ver­houd­ing met de omgev­ing ingewis­seld voor een indus­triële, zegt Brey. Na een afwezigheid van twintig jaar keerde hij in 2014 terug naar zijn geboorte­land Cuba. Daar ervo­er hij hoe Cuba­nen de tra­di­tionele, emo­tionele band met de natu­ur ver­liezen.Eeuwe­noude bomen wor­den er niet langer gezien als bron van wijsheid, schaduw of genez­ing, maar wor­den mas­saal gekapt om als brand­hout te dienen. De kap veroorza­akt erosie, die mede door het sti­j­gende zeeniveau een ern­stige bedreig­ing vormt voor het eiland. Met Sea Lev­el schiep Brey een melan­cholis­che schri­jn, waarmee hij de cri­sis op een spir­ituele manier probeert te bezweren.

Benedikt Fis­ch­er maakt broches van schelpen en par­el­mo­er: Pearly White Brooches, 2019. Alti­jd als hij langs het strand liep verza­melde hij schelpen, als intrigerende ver­lei­delijke objecten. Als sier­aden mak­er kreeg hij de vraag om een sier­aad te mak­en met waarin een kinder­tand­je was ver­w­erkt. Dat bracht hem op de gedachte om de schelpen tand­jes te geven en zo iedere schelp een karak­ter te geven. Dit sluit aan bij de eeuwen­lange tra­di­tie om zeewezens te ver­beelden die menselijke trekken meekrijgen.

Lange tijd was de diepzeew­ereld voor de mens een onbek­end gebied. In de jaren​’20 luk­te het Jean Painlevé (19021989) echter als een van de eersten om onder water te fil­men, waarmee voor het pub­liek een geheel nieuwe wereld openg­ing. We lat­en twee films zien van een 0ctopus.(bruik­leen Archives Jean Painlevé, Parijs)

Na de volle​’wun­derkam­mer’ kom je in een zwart blauw geschilderde ruimte, alsof je je even onder water bevin­dt. Hier is is een film van Jes­si­ca Segall te zien, foto’s van Elspeth Dieder­ix en de sculp­turen van Matthew Ange­lo Har­ri­son. Har­risons sculp­turen doen denken aan de overbli­jf­se­len van een verd­we­nen beschav­ing die naar de zee­bo­dem zijn gezonken. Het lijken Afrikaanse beelden te zijn, maar de ware herkomst ervan bli­jft onduidelijk. Har­ri­son kocht ze op eBay, waar ze wer­den verkocht als anon­ieme, trendy huis­dec­o­ratie. Har­ri­son bew­erk­te ze met tech­nis­che patro­nen uit de Ford­fab­riek in Detroit waar hij lang werk­te. Dat ver­wi­jst naar het ver­lies van cul­turele iden­titeit door de kolo­niale over­heers­ing en de grote gevol­gen van gebeurtenis­sen in het verleden.

Na de donkere ruimte komt de grote zaal erg wit en kaal over. Hier hangt de serie Eyes on the Hori­zon van Fem­my Otten: De zeeschilderin­gen ver­beelden Freuds​‘oceanis­che gevoel’. In haar geschilderde tekenin­gen vloeien de zee en de lucht onmerk­baar in elka­ar over. Soms laat ze de lege uit­gestrek­theid over­heersen, soms plaatst ze er een vliegend tapi­jt­je met tulpen in. De mod­erne mens lijkt van de natu­ur te vervreem­den, maar kun­ste­naars bren­gen de ver­bon­den­heid weer tot stand. In deze werken geven ze het​‘oceanis­che gevoel’ een nieuwe invulling. Ze tonen de mens niet als con­sument van de aarde, maar als onderdeel ervan.

In het werk El Exta­sis van Dodi Espinosa (Mex­i­co, 1985) duikt een man vol over­gave naar het diep­ste van de aarde ter­wi­jl hij met één hand zijn buik opent. Dat gebaar sym­bol­iseert voor Espinosa de zoek­tocht naar een uni­verse­le, menselijke kern. Ten diep­ste zijn we alle­maal gelijk, stelt hij.

In het werk van Edgar Clei­jne en Ellen Gal­lagher Osedax – een voorgenomen aankoop van het Fries Muse­um – speelt het oceanis­che gevoel een terugk­erende rol: een gevoel van​‘onlos­make­lijke ver­bon­den­heid, van saamhorigheid met de buiten­wereld in haar geheel’. Een gevoel van ver­bon­den­heid.

Wan­neer walvis­sen ster­ven, zakken ze naar de bodem van de diepzee. In zo’n walvis­senkarkas huizen de osedax, een pas ont­dek­te wor­men­soort die van deze overbli­jf­se­len leeft. Al etend​‘grav­eren’ ze patro­nen in de bot­ten, als schri­jf­sels in een taal die nie­mand lezen kan.
Vol­gens Clei­jne en Gal­lagher dra­gen onder­wa­ter­wezens als de osedax infor­matie die in de loop der tijd vaak ver­loren gaat of wordt ver­geten. Ze ref­er­eren aan de vele tot slaaf gemaak­te Afrika­nen die ver­dronken tij­dens de Mid­den­pas­sage, de over­steek over de Atlantis­che Oceaan. Hun lichamen zonken naar bene­den, waarmee ook hun ver­halen, hun geschiede­nis en ken­nis in de diepte ver­loren gin­gen.
Maar alles is in veran­der­ing en alles staat met elka­ar in verbind­ing, beto­gen Clei­jne en Gal­lagher. Met Osedax creëer­den ze een uit­gestrekt, vloeiend uni­ver­sum dat zow­el heden en verleden verbindt als toont dat alles con­tinu in trans­for­matie is.

Ellen Gallagher, Ismael,
Ellen Gallagher, Isolatoes

Links: Philip Taaffe, Com­po­si­tion with Shells and Coral, 2006. Philip Taaffe bew­erkt natu­urhis­torische prenten uit 19de- en 20ste-eeuwse boeken. Met de iconis­che afbeeldin­gen van bijvoor­beeld diepzee­vis­sen, schelpen en koralen onder­zoekt hij ver­vol­gens​‘the nature of nature’, de aard van de natu­ur.
Rechts: rob­bert wei­de, Paneel met toe­f­jes, 2019. In zijn zoek­tocht naar​‘het per­fecte toe­f­je’ stuitte Wei­de op vor­men die doen denken aan schelpen en zeed­iert­jes. Wei­des maakpro­ces is vloeibaar.

Mire Lee maakt met haar sculp­tu­ur de dreig­ing van de natu­ur fysiek voel­baar. Het werk is op te vat­ten als een geweld­dadi­ge golf die zich uit de zee heeft los­ge­maakt, of een zeemon­ster dat beangsti­gend aan­wezig is. (Oude ver­sie van het werk Andrea, Ophe­lia, at the End­less House, 2018 van Mire Lee)

Dorothy Cross , Whale, 2011 (cuvi­er-walvisskelet, sno­er, hout, ver­roeste emmer en marmeren sokkel).
In 2009 lei­d­de Cross’ hond haar naar het karkas van een diepzee­walvis, dat was aange­spoeld vlak­bij haar huis aan de Ierse kust. Het zou ver­vol­gens nog drie jaar duren voor­dat al het vlees van het karkas was gerot. Ze pre­sen­teert het skelet hangend boven een roes­tige emmer op een klassieke, marmeren voet. Cross ziet het als een prachtige, archi­tec­turale zuil. De emmer ver­wi­jst echter naar het ontheili­gende pro­ces van ster­ven en verrotten