De recente geschiede­nis van Ned­er­land verteld door de kun­st
Inlei­d­ing

Geschiede­nis is een beet­je als fam­i­lie, je bent er onderdeel van of je wilt of niet, je draagt de trots, de last en schaamte van de beslissin­gen van de lei­ders, ook al heb je op een rad­i­caal andere par­tij gestemd, zoals je ook alti­jd de daden van je oud­ers met je mee­draagt. Net zoals een indi­vidu zijn verleden voort­durend her­schikt, doet ook een land dat; naar­mate de tijd en daarmee de afs­tand vordert, veran­dert die blik over de schoud­er. Als ik nu de boeken lees over de poli­tionele acties in Indone­sië dan denk ik: pure pro­pa­gan­da, en dat was het ook, boeken om Ned­er­lands wan­hopige poging om de macht overzee te behouden te onder­s­te­unen. Ter­gend langza­am kwam het besef over onze ver­keerde keuze in die tijd, zoals ook Sre­breni­ca als een wond in onze herin­ner­ing brandt. Ik draag het met me mee, de feit­en van mijn fam­i­lie zijn ver­bon­den met het verleden. En ik brei er verder aan met mijn leven.

Deze mis­ter Mot­ley sluit aan bij de canon van de geschiede­nis van Ned­er­land, niet omdat ik deze canon per se een goed ding vind, miss­chien wel het tegen­deel. De vijftig items die iedere Ned­er­lan­der zou moeten ken­nen, schep­pen schi­jn­bare helder­heid. Het lijkt al snel volledig zodat andere gebeurtenis­sen uit het col­lec­tieve geheugen dreigen te verd­wi­j­nen en het wekt de indruk dat zoi­ets com­plex als de geschiede­nis sim­pel te vertellen is. Dat kan niet. Daarom besloten we in deze Mot­ley de tijdli­jn van de geschiede­nis met de kun­st te ver­w­even om zo een aan­vulling te geven op de canon. De chronolo­gie van de tijdli­jn biedt een frame voor het vertellen van de ver­halen waarmee de kun­st het verleden oprekt tot abstractere waar­den dan goed en kwaad en de rechte lijn. We vol­gen de canon vanaf de Tweede Werel­door­log en lat­en zien hoe de kun­st de geschiede­nis vol­gt, erop vooruit­loopt (bijvoor­beeld in het project uit 1993 Bij­dra­gen aan het Verenigd Europa’) en becom­men­tarieert. En vooral dat er niet één waarheid is.

De kun­st vormt als het ware een par­al­lelle tijdli­jn die de geschiede­nis boven de objec­tieve feit­en uit­tilt en vertelt hoe het verleden in ons door­w­erkt, in de ver­halen over Indone­sië bijvoor­beeld. Of over Sre­breni­ca. Of zoals Hans Cit­roen via de plek Auschwitz/​Oswiecim beschri­jft hoe twee gelief­den ieder een ander eind van de geschiede­nis met zich mee­dra­gen en er dan samen uit moeten komen.

Ned­er­land kri­jgt kleur’ heet een van de ven­sters en eigen­lijk wil je alleen maar vertellen hoe nor­maal deze sit­u­atie nu is: die apart benoe­men lijkt al bij­na vanu­it oude nor­men en waar­den te komen, vanu­it het blanke Ned­er­land van de jaren vijftig. Daarmee ver­bon­den staan in het ven­ster Europa’ de gren­zen cen­traal, want ook al lijken de gren­zen opge­heven, Bojana Panevs­ka ondervin­dt als Oost-Europese dagelijks een andere werke­lijkheid. En voor asiel­zoek­ers zijn de lij­nen op een atlas prikkel­draad geworden.

In Rot­ter­dam haalt iedere dag om twaalf uur een man een omroep­toeter uit een kast­je en roept heel hard: It is nev­er too late to say sor­ry.’ Het is een werk van Elm­green en Dragset en het speelde dik­wi­jls door mijn hoofd ter­wi­jl we werk­ten aan dit num­mer over de recente geschiede­nis. Ik ver­beeldde me dat dit kunst­werk namens onze poli­tieke lei­ders sprak, ook namens mij. Waarom is sor­ry zeggen zo ver­domde ingewikkeld? Miss­chien omdat macht als een dodelijk virus is, als je het een­maal hebt dan kom je er niet meer van af, het wordt met de dag erg­er. Het the­ma macht duikt dan ook in bij­na ieder hoofd­stuk op. En de kun­st stelt de vraag: What kind of leader do we need?

Hanne Hage­naars