Inlei­d­ing
Kun­ste­naars zijn ons voorbeeld

Iedere ocht­end als ik wakker word, lees ik de rood gebor­du­urde let­ters Be Calm op een witte thee­doek van Louise Bour­geois, die boven mijn bed hangt. Het is alsof die doek me steeds gerust­stel­lend toe­fluis­tert dat het echt wel goed zal gaan als ik de din­gen een beet­je neem zoals ze zijn. Ze is er niet meer, La Grande dame, de dame die naar­mate ze meer rimpels kreeg juist steeds feller werd en zich niets meer liet dicteren. Ze koes­ter­de haar trau­ma’s en haar kunst­werken gillen en schree­uwen om het lev­en in het hart van de kun­st te plaat­sen. Om de angst er uit te jagen, de angst die ook in het lichaam is gekropen, in je lever, je ogen, je han­den, en dus tekent ze vellen vol en hakt ze Femme Couteau uit marmer en maakt ze haar spinnen.

My rem­i­nis­cences help me live in the present, andI want them to sur­vive. I am a pris­on­er of my emo­tions. You have to tell your sto­ry, and you have to for­get your sto­ry. You for­get and for­give. It lib­er­ates you.’ (Louise Bourgeois)

Som­mige kun­ste­naars zoals Mike Mills and Gudrun Hasle, gebruiken hun werk om hun lev­en te delen. De schaamte ligt weggeschopt in een hoek en ze gaan doo­d­eer­lijk aan de slag met de feit­en uit hun lev­en, die feit­en wor­den gekookt en gebakken opge­di­end, gemengd met fic­tie en pre­cies in de juiste kleur. Zo lost hun lev­en op in een grot­er geheel. Zo betovert hun lev­en ons. We proeven van hun soep en verd­wi­j­nen even in het lev­en van een ander.
De feestelijk bizarre foto’s van David Favroid mix­en zijn Japanse en Zwit­serse komaf tot een onbek­ende nieuwe wereld. Nishiko zoekt naar de beste manier om in het lev­en te staan, door bijvoor­beeld samen te werken met anderen, iets waar ze diep in haar hart een hekel aan heeft, ter­wi­jl Cindy Moor­man die samen­werk­ing juist probeert te door­gron­den. Vast­leggen en samen­werk­ing als bewi­js van je bestaan.
Wie ben je als je alle bewi­jzen van je bestaan uit gaat wis­sen, zoals Michael lang deed toen hij al zijn spullen , to aan zijn paspoort toe door de shred­der haalde. Wie ben je als je al je sporen wist, zoals beschreven staat in Van­ish­ing Point van kun­ste­naar Susanne Burn­er. Verd­wi­j­nen zon­der iets achter te lat­en laat zich lezen als het negatief van een auto­bi­ografie. Er zijn en er niet meer zijn, de grens is spinnendraaddun.

My body is my sculp­ture’, zegt Bour­geois. En als de bijen Jeroen Eisin­ga steken offert hij zelfs zijn lichaam voor de kunst.

In my art I am the mur­der­er’, zegt Louise Bour­geois. En daarin ligt dan ook de macht om een (auto­bi­ografisch) ver­haal te maken.

(Hanne Hage­naars)