Het Parool
11 augustus 2016

Eige­naar: Vibeke Masci­ni (26), beeldend kun­ste­naar en schri­jver
Wat: een foto van een geschilderd portret uit 1958 in een goud­kleurige lijst
Afkomst: Gemaakt in 2016

Elke dag fiet­ste ik een vaste route van mijn huis naar mijn stu­dio, en elke dag keek ik bij een bepaald huis naar bin­nen. Dan keek ik hem even aan. Onge­ge­neerd. Ik was een klein beet­je ver­liefd gewor­den op de man die is afge­beeld op het schilder­ij. Op zijn blik, zijn zwarte haar, die mond. Zo hebben we elka­ar leren kennen.

Op een dag reed ik daar weer met een grote cam­era om mijn nek die ik net had gebruikt voor een opdracht. In de deu­ropen­ing van het huis ston­den twee vrouwen. Ik ben afgestapt om hun op te biecht­en dat ik zo ver­slingerd was ger­aakt aan de man die bij hen aan de muur hing. Miss­chien wilde ik alleen maar mijn onge­ge­neerde voyeurisme toegeven.
Toen zij vertelden dat het vorige schilder­ij dat op die plek had gehangen verkocht was aan een passerende wan­de­laar, opperde ik dat ik dit schilder­ij graag zou kopen. Maar het portret bleek hun opa Henk te zijn die in 1958 was geschilderd door zijn toen­ma­lige geliefde. Dat Henk naar zijn lief kijkt, zou kun­nen verk­laren waarom het mij weinig moeite kostte op hem te vallen. Hij was toen zo’n 26 of 27 jaar, mijn leefti­jd dus.
Het portret kreeg ik natu­urlijk niet mee, maar ik mocht er wel een foto van nemen. De mess­cherpe foto heb ik op ware grootte afge­drukt en in een passende lijst gehangen. Nu hangt een kopie van het portret van deze man bij mij in de kamer. Aan­vanke­lijk aarzelde ik even, want het was net uit met mijn relatie en het leek wel wat vroeg om een nieuwe man mijn huis bin­nen te lat­en. Ook is hij nogal intimiderend aan­wezig als hier andere man­nen op bezoek komen, alsof hij het amper toelaat.”

Foto’s: Mats van Soolingen