Het Parool
7 juni 2018

Eige­naar: Rob­bie Schweiger (29), cul­tureel onderne­mer
Wat: een oliev­erf­schilder­ij van kun­stschilder Jan Viss­er van Haar­lem
Titel: De onmo­gelijke zee, jaar­tal onbek­end
Afkomst: gevon­den in een container

In de tijd dat ik in Lei­den studeerde nam ik alti­jd de trein en liep ik ver­vol­gens naar de uni­ver­siteit. Halver­wege de route passeerde ik een rom­melig huis waar ik steeds nieuws­gierig naar bin­nen keek. Op een dag werd het uit­geruimd en om de hoek stond een grote con­tain­er. Op de top van een berg rom­mel lag dit schilder­i­jt­je, de link­er­hoek was wat beschim­meld omdat het in de nat­tigheid had gele­gen. Ik pak­te het eraf en zag een intrigerend zeegezicht in zwarte verf. Miss­chien is er wel meer, dacht ik heb­berig. De deur van het huis stond open en een oude man stond daar met een stapel vergeelde tijd­schriften in zijn han­den. Hij bleek de klein­zoon van de kun­ste­naar en haalde nu zijn huis leeg om te gaan verhuizen.

Een prachtige teken­ing van een land­schap in zand­kleuren met een lage hori­zon mocht ik zo meen­e­men. Over­al lagen werken. Zoek maar uit! Alleen voor een klein blauw schilder­i­jt­je van een haven vroeg hij 50 euro, omdat hij daar erg aan gehecht was. Dat betaalde ik graag.
Op het web vond ik weinig infor­matie over de kun­ste­naar, hij leefde van 1879 tot 1961 en is in Haar­lem gestor­ven. Online is er nog werk van hem te koop, bijvoor­beeld een litho van een zee met wolken­par­tij voor 100 euro.

Het schilder­ij daar boven op die berg rom­mel deed me denken aan een werk van de Turkse kun­ste­naar Ahmet Öğüt die in het Van Abbe­mu­se­um een bar­ri­cade creëerde als een grote berg oude spullen die hij aan de boven- en voorkant bedek­te met beroemde werken uit de col­lec­tie van het muse­um. Zo zou de kun­st de betogers bescher­men, want nie­mand haalt het in zijn hoofd om meester­w­erken te bom­barderen of te vernie­len. Öğüt was geïn­spireerd door de Rus­sis­che denker Bakoenin die het idee van kun­st als bescherming bij betogin­gen introduceerde.

Ik heb alles onder mijn arm meegenomen. In de trein naar huis had ik wel vier stoe­len nodig om het veilig neer te zetten. De zwarte zee is onheil­spel­lend, met rood in de lucht en rode schuimkop­pen. Onbek­end, maar o zo mooi.’