2016

Vri­jwel alle fam­i­lieal­bums draaien om kinderen. Oud­ers doen niets liev­er dan naar hun kinderen kijken, foto’s mak­en om die weer aan anderen te lat­en zien. Een van de meest pijn­lijke aspecten van een schei­d­ing is voor oud­ers dat je die ver­liefde blik naar je eigen kind niet meer met een gelijkgestemde ziel kan delen. Uit al die foto’s spreekt de unieke, onver­vang­bare ouderliefde.

Kinderen mak­en nauwelijks foto’s van hun oud­ers, en al hele­maal geen album vol. Miss­chien als een cadeau ter gele­gen­heid van hun 25-jarige bruiloft, een jubileum of pen­sioen, maar zelden om ze gewoon te vol­gen in hun ups en downs, om hun afbeeldin­gen aan anderen te lat­en zien. Kinderen zijn voor hun oud­ers een won­der, omge­keerd is het doo­dge­woon en dat ver­taalt zich in foto’s. Als kinderen hun oud­ers fotografer­en is er iets bij­zon­ders aan de hand zoals een totale desin­te­gratie van hun bestaan. Een serie vreemde foto’s zoals over een moed­er met smetvrees is mogelijk door de intimiteit van het gezin en door­dat een oud­er niet zo gauw née zal zeggen. Oud­ers komen terecht in een foto­boek in plaats van een familiealbum.

Zo’n boek is Mom Dad, twee aparte delen in een cov­er, van Ter­ry Richard­son. Ik twi­jfel in de winkel of ik het zal kopen. Het onver­bid­delijke zwart is al niet uitn­odi­gend en de verkop­er van boek­winkel Don­lon in Lon­den raadt het me af: Née, zijn vad­er, dat was een goede fotograaf. Maar wel een goede invester­ing want het is out of print en zeer gewild.’ Dan laat hij me het boek met modefoto’s van de vad­er zien. Bob Richard­son was zijn tijd ver vooruit, zijn modefoto’s had­den iets onmisken­baar rauws en taboev­er­slin­dends toen mod­e­fo­tografie nog plechtig, sti­jf en stu­dioachtig was. Vad­er Bob stond bek­end als een last­pak, eigen­wi­js, moeil­ijk om mee te werken. Het moest op zijn manier gebeuren en van een com­pro­mis kon geen sprake zijn. Vier jaar lang was Anjel­i­ca Hus­ton (The Addams Fam­i­ly) zijn vriendin en mod­el. Hij werk­te voor de grote bladen als Vogue en Harper’s Bazaar en het Britse GQ maar er is weinig werk over van zijn grote en bij­zon­dere oeu­vre. Het boek dat ik in mijn han­den houd is bij elka­ar gezocht uit de archieven van tijd­schriften. De vad­er was in die tijd al bij vla­gen schizofreen en leefde een tijd dak­loos op straat waar­door zijn archief ver­loren raak­te. Hij werd door zijn zoon Ter­ry weer op de been geholpen.

Zoon Ter­ry is ook fotograaf gewor­den, beroemd, beroemder dan zijn vad­er. Megaberoemd. Het boek over zijn mom en dad gaat er dan ook in als koek. In reviews wordt de intimiteit geroemd, maar ik zie twee tot op het bot gestripte oude mensen, zijn vad­er in zijn para­noia en gek­te en zijn moed­er gedeel­telijk ver­lamd na een ongeluk. Foto’s die me tegen­staan. Ik hou niet zo van mensen zon­der tanden waar een bij­na rotte lucht van afkomt. Toch kan ik het boek met deze foto’s niet uit mijn hoofd kri­j­gen en de dag voor ik teru­greis naar Ned­er­land koop ik het. Waarom,’ vraagt de verkop­er me. Ik weet het niet.

When you fall you get back up’, staat op een van de tal­loze brief­jes die in het huis van de vad­er over­al te vin­den zijn. Opti­mistisch, want de val zal onver­mi­jdelijk en onher­roe­pelijk zijn. Voor iedereen die hier­bij betrokken is.

Fotograaf wor­den met zo’n beroemde vad­er is de duiv­el ver­zoeken maar Ter­ry Richard­son heeft de eind­streep ruim gehaald. Hoe pop­u­lair hij ook is, zijn foto’s zijn me te gelikt, zoge­naamd over de streep, maar dan wel zo dat je weet dat het bin­nen de gren­zen van het accept­abele is. Alti­jd mooie mod­ellen, maar ook hard zon­der iets gevoeligs of innemends. Ter­ry Richard­son fotografeert Daria Wer­bowy voor de Rus­sis­che Vogue of Mag­gie Gyl­len­haal voor Miu Miu. Alles glimt en glanst met pre­cies die blik die je ondeu­gend kunt noe­men, dat wat de grote merken graag hebben, een duidelijke sug­gestie maar het haalt nooit echt iets onderuit. Salon-avant-garde en bon­bon-taboes. Veel mensen geloven dan ook dat het echt iets betekent, maar het is leeg zoals mode kan zijn. Het licht is prachtig en de schoe­nen ook.

Twee zwarte boeken. Ik bli­jf er maar naar turen. Zijn moed­er is een oude spijk­er­dunne bohemien­achtige dame die een voor­tand mist. Ze is vrolijk en beschamend uit­bundig. Een prachtig portret van een dame die een beet­je gek aan het wor­den is, of miss­chien al is. Ver­val en ver­slonz­ing. Ik heb niet de indruk dat ze echt graag op de foto wil. Ze steekt haar mid­delvinger op, ze ver­bergt zich, ze duikt een keer weg. Het lijkt alsof ze steeds gekke bekken trekt om het alle­maal nog erg­er te mak­en dan het al is, om niet mee te werken. Wie wil zijn moed­er nu zo aan de wereld tonen? Bij­na alti­jd rok­end, een paarse zon­nebril, blote borsten, sier­aden en sjaaltjes.

Tussen die harde portret­ten door zijn er de stillevens, oude foto’s van haar in al haar jeugdi­ge schoonheid. Een zwart-wit­fo­to van een muur waarte­gen een plas­tic opblaas­re­gen­boog hangt boven een com­pi­latie van foto’s van haar zoon, haar ex, met als bekro­n­ing van dat alles het portret van een poedel. De heimwee die uit de foto’s spreekt maakt het hele boek weer zacht, er spreekt het ver­lan­gen uit naar de tijd toen de wereld hen nog met de armen open gespreid tegemoetkwam.

Het boek Dad bevat veel brief­jes en schri­jf­sels op de muur en zelfs op de met­al­en ran­den van het balkon. All that doesn’t kill us makes us stronger’, sex is a con­so­la­tion for mis­ery’. Fuck you stu­pid’ is op het raam geschreven. De blik van zijn vad­er is zo intens dat zoon Ter­ry ertusse­nu­it verd­wi­jnt waar­door dad de lez­er strak en recht­streeks aankijkt. Er is een foto waarop Ter­ry tegen zijn vad­er aan­le­unt en zijn ogen sluit, in die foto is het alsof de warmte van het lijf van zijn vad­er hem even ver­warmt, even zijn de rollen niet omge­draaid. Een vad­er en een zoon.

De omk­er­ing, daar gaat het om. Oud­ers, wij oud­ers, begin­nen vol goede moed aan het lev­en van een kind, een opgave die we voort­durend niet waar­mak­en. We schi­eten teko­rt en dekken het teko­rt toe en af. Ik weet niets van de kinder­ti­jd van Ter­ry Richard­son. Anjel­i­ca Hus­ton schri­jft in een artikel naar aan­lei­d­ing van de dood van haar ex-geliefde: We were togeth­er for years. I remem­ber we would take Ter­ry on the week­ends. He was like an angel, the coolest-look­ing kid, dressed up in den­im, with shoul­der length hair all blond and curly.’ Dan zie je het opeens voor je, het fam­i­lieal­bum, de oud­ers nog bij elka­ar met hun blonde engel in hun warme mid­den. Het doet pijn.

In boeken wor­den oud­ers genade­loos afge­peld, in ver­halen zoals Why be hap­py When you could be nor­mal. In foto’s is zo’n afreken­ing nog veel genade­loz­er. Waarschi­jn­lijk is deze serie niet als een afreken­ing bedoeld maar ze maakt wel een teko­rt zicht­baar. In de galerie waar de foto’s te zien waren, speelde con­tinu een serie voice­mails waarop de stem van de vad­er klonk die vertelde dat hij heel trots is op zoon Ter­ry. Je hebt het maar te doen met je oud­ers. We bli­jven er ons hele lev­en mee bezig en oud­ers zijn bli­jvend een favori­et onder­w­erp van gesprek. Het ver­lan­gen en de hun­ker­ing liggen onder dat gesprek ver­bor­gen. Zoals ook onder deze foto’s waar het soms even zicht­baar wordt in de zwart-witfoto’s uit het verre verleden. In het ver­lan­gen naar vroeger, naar de tijd toen het kind nog kind was en alles goed leek te komen. Oud­ers en kinderen.

Bru­tal hon­esty’, zo wor­den de foto’s in een recen­sie omschreven, maar als je de zoge­naamd bru­ut-eerlijke foto’s ertusse­nu­it zou halen, bli­jft er enkel mede­do­gen over. Met alledrie. Dan gaat Mom Dad over het lev­en als een grote, harde en genade­loze val.