1 september 2023

Iedere keer als ik werken van Miri­am Cahn zie ben ik ont­daan, de zachte sferische kleuren, de bij­na kinder­lijke weer­gave van mensen waar­door het geweld geruis­loos in de afbeeld­ing lijkt ges­lopen. Maar de klap komt hard aan: het geweld ver­taald naar angst in de blikken van man­nen, vrouwen en kinderen, de ontstel­te­nis. Overkomt mij dit echt? Door­dat Cahn haar per­son­ages vaag houdt, het zijn geen portret­ten, en met een paar min­i­male verf­streken een intense uit­drukking weet te geven, besef je meteen: dit geweld is geen uit­zon­der­ing, dit gaat niet over een bepaalde per­soon, dit is de mensheid.

Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.
Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.

Bij haar ret­ro­spec­tief in het Kun­st­mu­se­um Bern in 2019 werd de bezoek­er gewaarschuwd: This exhi­bi­tion could hurt your feel­ings.’ Ik zou zeggen: It should hurt your feel­ings.
Na de land­schap­pen zie ik een schilder­ij van een huis – en dan kijk ik naar een vrouw wier vagi­na expli­ci­et in beeld is gebracht. Achterover­le­unend op haar han­den verd­wi­jnt haar gezicht naar de achter­grond, ze lacht grim­mig, alsof ze wil zeggen: ja, ik weet het wel.

Een lange sliert schilder­i­jen is laag opge­hangen in de grote overzichtelijke ruimte. Over­al ogen, op ooghoogte. Lege ogen vol paniek, uit­ge­hold. De vol­gende ruimte: wan­hoop. De ene mens wordt ver­plet­terd door de ander. Angst, ver­sla­gen­heid. De werken zijn beeld­schoon van kleur; bij een vluchtige blik zou je kun­nen denken dat het paar met de han­den in de lucht hal­lo’ uitroept. Maar daar is geen sprake van, ze wor­den onder schot gehouden, bedreigd door een ander mens (Hände hoch!).De lichamen zijn naakt. Ges­lachts­de­len zijn grotesk en zeer aan­wezig, net als geboorte, dood en geweld. Bij haar ret­ro­spec­tief in het Kun­st­mu­se­um Bern in 2019 werd de bezoek­er gewaarschuwd: This exhi­bi­tion could hurt your feel­ings.’ Ik zou zeggen: It should hurt your feel­ings.

Haar schilder­i­jen, tekenin­gen, films en foto’s en haar vele tek­sten tra­cht­en ruimte te mak­en in het hoofd van de kijk­er. De beteke­nis is alti­jd kraakhelder maar gaat even­goed tegen verwachtin­gen in. Er is ongelijkheid, dat kun­nen we niet accepteren, en tegelijk poneert Cahn in haar werk, dat vrouwen geen haar beter zijn dan man­nen. Ze heeft oog voor de two sides of a coin’ schreef Kath­leen Büh­ler.
Zo kom je geregeld de weer­gave van een vuist­slag tegen. Bam, vol in het gezicht. Man­nen slaan vrouwen, en vrouwen slaan man­nen, wiens ogen rond­tollen over deze onverwachte wend­ing. Maar ook een witte vuist tegen een zwart gezicht of een zwarte vuist tegen een wit of blauw gezicht.
Haar schilder­i­jen plaat­sen niet-van-zelf­sprek­ende zak­en bij elka­ar, zoals een naak­te vrouw die een sluier draagt en wiens priemende ogen je aankijken. De sluier maakt het naak­te lichaam eron­der extra kwets­baar. Te vaak wordt vrouwen verteld wat ze moeten doen, hoe ze zich moeten gedra­gen. Ook de hoof­doek lijkt geen indi­vidu­ele besliss­ing maar onderdeel van een (ide­ol­o­gis­che) stri­jd die mid­dels het vrouwen­lichaam wordt uit­ge­vocht­en, aldus Cahn.

Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.
Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.
Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.

Haar visie op geweld tegen vrouwen is eigen­zin­nig. I say that women must learn to be aggres­sive, they must learn to say no’ right away, not 20 years lat­er.’ They should not be like soci­ety says they should be: sweet, mater­nal, etc.’Het is niet dat ik het steeds met haar eens ben, maar het is alti­jd een over­denk­ing waard. Deze zin zou je kun­nen opvat­ten als vic­tim blam­ing, dat hoop ik niet. En ook na 20 jaar kun je nog alsnog op een voor­val terugkomen, vind ik. Maar het is goed te leren om voor jezelf op te komen. Een klap uit te delen. De rauwe werke­lijkheid is dat veel vrouwen in bedreigende sit­u­aties ver­sti­jven van angst en dat is zo begri­jpelijk. Maar ik was maar wat graag getraind om een man in zijn kruis te trap­pen als de sit­u­atie daarom vroeg, want ik was in alle omstandighe­den een mak lam. (En er op terug komen na 20 jaar is noodza­ke­lijk.) Traumapsy­chi­ater Bessel van der Kolk con­cludeert dat als je te mak­en hebt met grensover­schri­j­dend gedrag en je onderneemt iets, je een betere kans hebt om dat trau­ma te verwerken.Ook Cahns onder­w­er­pen getu­igen van haar fem­i­nis­tis­che visie: geboorte, de cli­toris, men­stru­atie, al die thema’s die hon­der­den jaren afwezig waren in de kun­st­geschiede­nis pakt zij in alle glo­rie op.Ze is fem­i­niste op haar eigen wijze, vol onverwachte wendin­gen, en daar hou ik van, ook het woord fem­i­nist verenigt niet een bepaalde vast­gestelde set van denkbeelden die je zou moeten onder­schri­jven.

Als vrouw kiest Miri­am Cahn rad­i­caal voor het kun­ste­naarschap: To be an artist, uncon­di­tion­al­ly, absolute­ly free, to live like a man, work like a man, serve nobody ever, nev­er, nev­er, nev­er want to become to be a wife, moth­er, muse, girl­friend, female, part­ner.’ Om in deze maatschap­pij vrij te kun­nen lev­en moet je dus lev­en als een man….
Ze sym­pa­thiseert volledig ze met Black Lives Mat­ter, maar ze eist wel haar autonomie als kun­ste­naar op. With polit­i­cal cor­rect­ness, anoth­er dis­cus­sion has emerged which I find rather stu­pid, even though it is based on a fair claim. Why can’t I, as a white artist, rep­re­sent the sit­u­a­tion of a black man pinned to the ground under a policeman’s knee. We can rep­re­sent any­thing we want. (…) Whether it is racist or not depends on the con­text, it is not racist per se. (art press 2023)’ Jam­mer dat ze deze dis­cussie stu­pid’ vind, want die dis­cussie gaat juist over de con­text, en is dus absolu­ut noodza­ke­lijk. Ter­wi­jl de vraag die ze aan de orde stelt wel weer rel­e­vant is.

Een vluchtelin­gengezin ver­schi­jnt als een schim op het doek, bij­na alsof ze al niet meer bestaan. Een vol­wassene draagt een kleine baby en een kind klemt een roze diert­je in zijn armen. Op de achter­grond lijkt een stad te bran­den, de kleuren lopen links en rechts door naar de grond. Het gezin wordt geï­soleerd door die kleuren en dat cor­re­spon­deert met de onver­bid­delijke realiteit van ges­loten grenzen.Het the­ma raakt Cahn per­soon­lijk. Haar Joodse oud­ers sloe­gen op tijd op de vlucht voor de Nazi’s en Zwit­ser­land ving hen op. Een exposi­tie in Duit­s­land kreeg de titel MEINEJU­DEN (Mijn joden).

Tentoonstellingsoverzicht, Miriam Cahn – Ma pensée sérielle, Palais de Tokyo (17/02/2023 – 14/05/2023). Foto: Aurélien Mole.
foto: Hanne Hagenaars

Cahn is nu 74 jaar, fel en zeer gede­cideerd over haar stand­pun­ten. Ze komt over als een vrouw die ste­vig in haar wan­delschoe­nen staat, met ferme uit­sprak­en die tegen de stroom in gaan als het moet. Ze staat als per­soon mid­den in de storm van haar werk. Als vrouw, mens, Jodin, als bloem en vis.Haar eigen mens-zijn, en daarmee ook haar eigen geschiede­nis is uit­gangspunt voor alles. Met het lichaam als instru­ment is ieder maakpro­ces als een per­for­mance. Een schilder­ij ontstaat in een explosie van con­cen­tratie in twee hoo­gu­it twee, drie uur.Haar exposi­tie is een instal­latie in de ruimte, die ze alti­jd zelf inricht. Dat is een voor­waarde. Voor­dat ze haar deel­name aan doc­u­men­ta 14 (cura­tor Adam Szym­czyk) toezegt wil ze weten of ze wel gat­en in de muren mag boren, (klein­t­jes, maar even­goed gat­en) want anders heeft geen zin om verder te prat­en.

Palais de Tokyo toonde een film die Miri­am Cahn vol­gt in haar dagelijkse werkza­amhe­den. We zien haar schoud­erophal­end en met minacht­ing prat­en over cura­toren, die vol­gens haar alleen maar op hun com­put­er kijken, daar heb je niets aan. Ze gaat een zaal inricht­en en de cura­toren druipen af want die kan Cahn er niet bij gebruiken. In deze ruimte ben ik de baas’, zegt ze.Cahn ordent op haar eigen manier, zon­der plan vol­gt ze haar intuïtie en negeert daar­bij iedere bestaande regel​.In de film zien we Cahn bij het inricht­en van haar exposi­tie in Kun­sthaus Bre­genz in Basel van de gelou­ter­de archi­tect Peter Zumthor die streeft naar een per­fecte har­monie van een gebouw. I try to cre­ate build­ings that are loved’, is een beroemde uit­spraak van hem. De kale ruimtes zijn zen en rauw tegelijk​.Je zou denken: dat past per­fect bij het werk van Miri­am Cahn. Maar die kale archi­tec­tu­ur is van beton, en Cahn kan daar­door het werk niet zelf ophangen. Beton­nen muren zijn antikun­st’, beweert ze.Ze gaat in gesprek met de grote archi­tect, al komt de dialoog niet echt op gang want ze leest hem behoor­lijk de les, en eerlijk gezegd verd­wi­jnt de grote archi­tect met de staart tussen de benen. Hij zal er in zijn vol­gende muse­um zek­er reken­ing mee houden.Ma Pen­sée Serielle laat Cahn’s reac­tie zien op de inval van Rus­land in Oekraïne. Toen de ver­halen naar buiten kwa­men over verkrachtin­gen en mas­sagraven zette ze haar afschuw om in een serie werken. Ze verzet zich tegen de manier waarop de oor­log in beeld wordt gebracht, namelijk als een spek­takel, zon­der lichamen, zon­der gewon­den, met verkracht­ing als wapen. Een oor­log is geen land­kaart waarop met vlagget­jes de veroverin­gen wor­den getoond. Cahn laat het skelet van de oor­log zien. Het trau­ma, de gewon­den. De horror.Haar ver­slag is onge­nadig en scherp, het raakt iedereen. 

Voor je de zaal bin­nen­gaat word je als bezoek­er gewaarschuwd, en terecht. Denk­end aan het boek Zie: liefde van de Joodse schri­jver David Gross­mann zou ik ook nooit kinderen mee naar bin­nen nemen. In het nawo­ord schri­jft Gross­man dat dit boek voortk­wam uit zijn twi­jfel wan­neer hij zijn zoon Jonathan over de Shoah moest vertellen. Ik wilde hem er niets over vertellen, want ik wist dat ook hij op het moment waarop hij zou horen wat mensen andere mensen kun­nen aan­doen, op de een of andere manier besmet zou rak­en. Hij zou niet meer het­zelfde zijn als hij het zou weten.’Grossmann gaat in zijn boek op zoek naar het waarom van de moor­de­naar, gewone mensen die op een bepaald moment in staat zijn tot ongek­ende wreed­he­den, vooral tij­dens een oorlog.‘Tot de dag van van­daag is het voor veel mensen het een­voudig­ste om de Duit­sers ver­ant­wo­ordelijk te stellen en de joden als slachtof­fers, te ide­alis­eren. Maar mij helpt dat geen steek verder. Weten waar­toe gewone mensen toe in staat zijn beangstigt mij meer dan geloven in een duis­tere vloek.’Hetzelfde geldt voor Miri­am Cahn. Bin­nen haar engage­ment zoekt zij niet naar sim­pele oplossin­gen zoals het kwaad neer leggen bij een bepaalde groep mensen. Wel neemt ze stelling tegen het onrecht dat plaatsvin­dt. En dat doet ze in gruwelijke beelden. Ik kom buiten alsof ik een rond­je in de acht­baan heb gemaakt. Een beet­je groen, wit om de neus.

Miriam Cahn, fuck abstraction! (2007-2022) nadat het schade is toegebracht door een bezoeker.

Geen enkel nor­maal denk­end mens die de exposi­tie van Cahn bezoekt zal daar­bij denken aan pornografie, zek­er niet aan de ver­heer­lijk­ing ervan.Toch was er veel con­ster­natie over bepaalde werken en er brak een rel los. Het werk fuck abstrac­tion! toont als onderdeel van het oor­logs­geweld een ged­won­gen fel­la­tio waar­bij de staande man grot­er is dan degene die voor hem knielt en wiens han­den op de rug zijn gebon­den. Ook een derde figu­ur wordt ged­won­gen tot sek­suele han­delin­gen. Ultra­rechts zag er een afbeeld­ing van ped­ofil­ie in en kinder­rechtenor­gan­isaties sloten zich aan bij hun protesten. Er vol­gde zelfs een recht­sza­ak.

De rechter oordeelde dat de enige bedoel­ing van de kun­ste­naar was om een mis­daad aan de kaak te stellen en dat het muse­um de toe­gang tot het schilder­ij van genoeg voor­zorgs­maa­trege­len had voorzien om min­der­jari­gen weg te houden bij het werk. Een medi­a­tor stond klaar om vra­gen te beant­wo­or­den.

De verk­lar­ing van de kun­ste­naar was ook op zaal te lezen. This is a man whose hands were tied and who was raped before being killed and thrown into the street. These are not chil­dren. This paint­ing is about how sex­u­al­i­ty is used as a weapon in war, as a crime against human­i­ty. The con­trast between the two bod­ies shows the bod­i­ly strength of the oppres­sor and the vic­tor, who is on his knees and oppressed dur­ing the war.’
Het werk mocht van de rechter bli­jven hangen maar werd in mei alsnog door een bezoek­er met paarse spray­paint ondergespoten.

Na al die heftige werken komt de bloem weer in mijn gedacht­en. Een lieflijke onschuldige bloem. Miss­chien een zon­nebloem. Miri­am Cahn woont in een vallei in Stam­pa in Zwit­ser­land omgeven door de natu­ur. In de cyclus van het lev­en ligt de zin, en in schoonheid ligt de hoop ver­bor­gen.

Wat een dag van­daag! Want er wor­den bloe­men en bloe­sems uit de hemel over de aarde gestrooid. Er hangt over­al een heer­lijke rozengeur.

Ik, een steen, stierf en kwam weer terug als plant; Ik, een plant, stierf. En ik keerde terug als dier; Ik, een dier, stierf en ik rees als een mens op. Waarom zou ik dan bang moeten zijn. Als ik nog een keer sterf?
— Rumi (ver­tal­ing van Kad­er Abdolah)

Miriam Cahn, Hände hoch!