Dsc 47612

De alledaagse han­del­ing van het bedenken wat je aan­doet en het aan­kle­den zelf werd door kun­ste­naar Ad de Jong eens omschreven als de per­for­mance van het dagelijks lev­en’. Wie je bent, draag je uit. Wat je draagt, wil iets zeggen. Beeldend kun­ste­naars vin­den inspi­ratie in die dagelijks terugk­erende han­delin­gen, de par­ti­c­uliere keuze­mo­menten en de per­soon­lijke beteke­nis die kleeft aan kled­ingstukken en tex­tiel. Hun werk is een beweg­ing naar het pub­liek toe​.In het werk van Hanne Hage­naars (schri­jver en ten­toon­stellings­mak­er) en Mer­el Bem (schri­jver en kun­sthis­tori­cus) zijn de alledaagse belev­ing van beeldende kun­st en de rol van kled­ing bij het vor­men van iden­titeit onder­w­er­pen die steeds terugk­eren. Daarom schri­jven ze voor Mis­ter Mot­ley tweemaan­delijks over de relatie tussen kled­ing en kunst. 

Van­daag het eerste artikel in deze reeks, geschreven door Mer­el Bem over zakken in vrouwen­kled­ing en het gat van Bar­bara Hepworth.“Steek je hand in je zak en het vormt je. Boor een tun­nel door een stuk steen en de holte doet mee. De sculp­turen van Bar­bara Hep­worth zijn een ode aan de poten­tie van de bin­nen­ruimte. Ze zijn sto­er en intiem tegelijk, ze bieden ontsnap­pingsmo­gelijkhe­den, ver­stop­plekken en vergezichten.’

https://​www​.mis​ter​mot​ley​.nl/ar…